Ontgoocheld stommel ik het café uit
en urineer tegen de wind in
(die komt van guur rechts…uit het Wilde Westen !)
de gouden waaier van de machtelozen
Ontgoocheld stommel ik het café uit
en urineer tegen de wind in
(die komt van guur rechts…uit het Wilde Westen !)
de gouden waaier van de machtelozen
Op 30 oktober is bekend gemaakt dat Elisabeth Leijnse de Libris Geschiedenis Prijs 2016 heeft gewonnen met haar dubbelbiografie over de feministische zussen Cécile en Elsa de Jong van Beek en Donk Cécile en Elsa, strijdbare freules. Lees haar mooie bijdrage in Extaze 19: ‘Vrouw en Literatuur’, Van dochter naar moeder. Modellen in de feministische roman Hilda van Suylenburg (1897) van Cécile de Jong van Beek en Donk.
E X T A Z E 1 9 B E S T E L L E N
Declaratie
L.S.
Na de beëindiging van mijn lidmaatschap bij de boksvereniging, gelegen aan De Verademing, wegens een aldaar opgelopen sportblessure, te weten een gescheurde enkelband ten gevolge van een akelige val, veroorzaakt door een tackle van een spelend lid, waarvan de genezing in totaal zes maanden in beslag nam en waarvan ik de kosten van de foto’s die in het ziekenhuis gemaakt moesten worden plus het revalidatietraject bij de fysiotherapeut, die bij elkaar genomen om en nabij de 300 euro bedroegen, destijds bij uw verzekering opgegeven heb en ook ten dele vergoed heb gekregen, zocht ik, om herhaling te voorkomen, een veiligere tak van sport en meldde ik mij twee straten verderop aan bij een kleine school voor tai chi, een oosterse vechtkunst met een aanzienlijk lagere blessurekans dan je bij het boksen loopt, omdat, ondanks het zelfverdedigingskarakter, de bewegingen gericht zijn op zachtheid en ontspanning en bovendien voornamelijk solitair worden uitgevoerd, en tevens omdat het meer een filosofie is, gebaseerd op het principe van yin en yang, dan een sport, wat niet kon verhinderen dat ik aldaar ondanks al mijn voorzichtigheid toch weer gevallen ben, en wel op mijn leraar, met het gevolg dat, nu hij onze liefdesaffaire eenzijdig beëindigd heeft, ik wederom gevloerd ben, en, in acht nemende dat ondanks het feit dat ‘breuk’ een adequate beschrijving is van mijn letsel bij vraag 5 het lichaamsdeel ‘hart’ niet vermeld staat, het mij thans onduidelijk is hoe ik het schadeformulier dat geïncludeerd is bij mijn ongevallenverzekering dien in te vullen.
Gaarne advies!
Tegenwoordig vertoef ik ’s nachts
steeds vaker in de droom
aan Gene Zijde, bij mijn Dierbaren
o.a. bij Moortje
(Groet namens mij The Cheshire Cat in Wonderland… )
De naam ‘Moortje’ wil ze niet meer voeren
want …racistisch getint!
(‘Aai namens mij de Kat van Schrödinger… als je dat lukt…’)
en haar lievelingskost De Negerzoen
noemt ze nu: de Afro-American Kiss
(‘Miauw liever met de Markies van Carabas een negro-spiritual…’)
maar als zij vervolgens poeslief stelt
dat Jodenkoeken van nu af aan
‘Palestijns Genadebrood’ dienen te heten
(‘Lees nu Fritz the Cat van Robert Crump, liefst driemaal…’)
klatert de schaterlach
van oudoom Sam & oudoom Moos
dwars door het Heelal
Graag nodigen wij u uit voor de presentatie van de tweede en derde uitgave
in de Extaze-reeks op 12 november a.s. in Den Haag.
Het eerste boek in de reeks, De mooie mond van Bobby Cespedes
van Ulises Segura, is uitgebreid en waarderend in de Nederlandse en Vlaamse pers besproken. Ook voor Annette van ’t Hull’s Grote meisjes en Rob Verschuren’s Stromen die de zee niet vinden zijn niet alleen onze verwachtingen hoog. Annette werd al eerder bekroond met de Nieuw Proza Prijs 2014. Het juryrapport roemde haar frisse, volstrekt eigen stijl. Over de verhalen van Rob Verschuren hebben diverse gevestigde schrijvers zich al lovend uitgelaten.
Een ‘writer’s writer’? We hopen op meer dan dat.
De boeken worden gepresenteerd in de mooie boekhandel Douwes,
Herengracht 60. Het programma begint om 16.00 uur.
Cor Gout zal Annette van ’t Hull interviewen, Kees Ruys zal het werk van de in Vietnam woonachtige Rob Verschuren inleiden en Femmy Fijten, kenner van Rob’s werk,
zal een korte bijdrage aan het programma leveren.
Hopelijk tot 12 november!
(Redactie Extaze)
Voor nadere informatie: redactie@extaze.nl, indeknipscheer@planet.nl, info@boekhandeldouwes.nl
In een trefzekere, beeldende stijl neemt Rob Verschuren de lezer mee naar verre kusten. De verhalen in Stromen die de zee niet vinden doen on-Nederlands aan.
Ze roepen een echo op van Slauerhoff: eenzelfde gevoel van ontheemdheid, eeuwig verlangen en vereenzelviging met de buitenstaander. De mensen in deze elf verhalen zijn op zoek, al weten ze zelf niet altijd waarnaar. De omgeving waarin hun zoektocht zich afspeelt loopt uiteen van een Nederlandse fabriek tot het Franse platteland en van een naamloze woestijn tot een Aziatische badplaats.
Hoe alledaags of uitheems sommige personages ook zijn, in het korte bestek van de verhalen komen ze tot leven. Ze zijn aandoenlijk in hun verlangens, wijsheid en dwaasheid. Zoals de blinde man die ervan overtuigd is dat hij met de mooiste vrouw
van de wereld is getrouwd, of het meisje dat iemand moet bijten
wanneer ze zich gelukkig voelt.
Avontuurlijk en exotisch, melancholiek en humoristisch: elk verhaal in deze bundel
is een fascinerende kleine wereld, waarin de zintuigen worden geprikkeld
en de fantasie aan het werk wordt gezet.
Rob Verschuren is in 1953 in Malden geboren. Hij was onder meer copywriter, restauranteigenaar en leraar Engels. Sinds het midden van de jaren tachtig woont hij
in het buitenland, eerst in België, vervolgens in Frankrijk en India en tegenwoordig in Vietnam. Het spanningsveld tussen verschillende culturen is een terugkerend thema in zijn werk en in zijn leven. Hij is getrouwd met een Vietnamese vrouw.
In 2013 debuteerde Verschuren in Tirade, daarna volgden publicaties in andere literaire tijdschriften, met name Extaze. Niet alleen als schrijver, maar ook als lezer heeft hij een voorkeur voor korte verhalen, vooral die van Isaak Babel, Flannery O’Connor
en Anton Tsjechov.
Een vakantieliefde in eigen stad. Zo denkt Ramona, de moeder van Elian in het verhaal
Een feestvlag op een plastic steel, terug aan het jaar waarin ze Elians vader ieder weekend zag. Inmiddels weet ze dat het leven meestal geen feestje is,
ook al koop je nog zo veel slingers en ballonnen.
Net als de tien andere personages uit Grote meisjes lijkt Ramona haar leven soms
te ervaren als een jas die niet helemaal past – alsof ze ooit iets uit de verkleedkist heeft aangetrokken dat te groot voor haar is. Toch moeten er in al die levens op cruciale momenten beslissingen worden genomen en knopen worden doorgehakt. Ook Ramona neemt haar eigen beslissingen. Voor zichzelf en voor haar zoon. Wat al gebroken is, hoeft niet nog verder kapot, denkt ze. Of toch?
Grote meisjes is een verhalenbundel waarin de personages door verborgen frustraties en verlangens tot onconventionele en vaak onomkeerbare beslissingen worden gedreven.
Annette van ’t Hull (1978) heeft een fijn oog voor haarscheurtjes in illusies en verwachtingen. Ze paart een gevoel van verwondering over het handelen van haar personages aan een subtiele humor. In 2014 won ze de Nieuw Proza Prijs voor het beste debuut van 2013 in een literair tijdschrift (Extaze). Grote meisjes is haar eerste verhalenbundel.
De Extaze-reeks, een gezamenlijk initiatief van het literair tijdschrift Extaze en
Uitgeverij In de Knipscheer, is een serie debuten van auteurs die eerder in Extaze publiceerden en verschijnt onder wisselende redactie van Cor Gout en Kees Ruys.
De vormgeving is in handen van Els Kort.
Op donderdag 3 november zal in de Arnhemse boekhandel
Hijman Ongerijmd een nieuw debuut ten doop worden gehouden:
Grote meisjes
van Annette van ’t Hull
de tweede uitgave in de Extaze-reeks,
een serie debuten van talentvolle auteurs die eerder in
het literaire tijdschrift publiceerden.
Aanvang: 20.00 uur.
M.m.v. Theo Beneder van boekhandel Hijman Ongerijmd,
Cor Gout (o.v.b.), Franc Knipscheer, Lili de Ridder, Peter de Rijk en
Suzanne Gerrits (power poete)
Mocht u niet in de gelegenheid zijn om naar Arnhem af te reizen,
er volgt nog een presentatie in boekhandel Douwes in Den Haag,
waarbij ook het derde deel van de Extaze-reeks ten doop wordt gehouden.
Een vakantieliefde in eigen stad. Zo denkt Ramona, de moeder van Elian in het verhaal Een feestvlag op een plastic steel, terug aan het jaar waarin ze Elians vader ieder weekend zag. Inmiddels weet ze dat het leven meestal geen feestje is, ook al koop je nog zo veel slingers en ballonnen.
Net als de tien andere personages uit Grote meisjes lijkt Ramona haar leven soms te ervaren als een jas die niet helemaal past – alsof ze ooit iets uit de verkleedkist heeft aangetrokken dat te groot voor haar is. Toch moeten er in al die levens op cruciale momenten beslissingen worden genomen en knopen worden doorgehakt. Ook Ramona neemt haar eigen beslissingen. Voor zichzelf en voor haar zoon. Wat al gebroken is, hoeft niet nog verder kapot, denkt ze. Of toch?
Grote meisjes is een verhalenbundel waarin de personages door verborgen frustraties en verlangens tot onconventionele en vaak onomkeerbare beslissingen worden gedreven.
Annette van ’t Hull (1978) heeft een fijn oog voor haarscheurtjes in illusies en verwachtingen. Ze paart een gevoel van verwondering over het handelen van haar personages aan een subtiele humor. In 2014 won ze de Nieuw Proza Prijs voor het beste debuut van 2013 in een literair tijdschrift (Extaze).
Grote meisjes is haar eerste verhalenbundel.
De Extaze-reeks’, een gezamenlijk initiatief van het literair tijdschrift Extaze en Uitgeverij In de Knipscheer, is een serie debuten van auteurs die eerder in Extaze publiceerden en verschijnt onder wisselende redactie van Cor Gout en Kees Ruys.
De vormgeving is in handen van Els Kort.
Boekhandel Hijman Ongerijmd, Grote Oord 15, Arnhem
https://goo.gl/maps/qL8kNtYLPwt
WOORD is een literatuurprogramma geïnitieerd en georganiseerd door het Nutshuis in Den Haag. Het open podium en de speeddates van 15 oktober j.l. hebben twee winnaars opgeleverd, Lidy Groenewegen met het korte verhaal Wegwerker en het gedicht Goedlachs van Dewi de Nijs Bik.
De winnaars zijn bekend gemaakt door Mischa van den Brandhof, medewerker Extaze.
Hieronder het juryrapport van Extaze voorgedragen op 15 oktober:
Extaze is een literair tijdschrift dat zijn redactie voert in Den Haag, in Haarlem wordt uitgegeven en bijdragen opneemt uit heel Nederland en Vlaanderen. Extaze bevat essays, korte verhalen, gedichten, (en beeldende kunst) van gevestigde schrijvers, maar ook van nieuwe talentvolle schrijvers.
De rijke inzendingen voor WOORD voerden ons mee langs de wegwerker bij kapotte stoplichten, van vlinders op de vensterbank naar de gorilla’s in Artis, van de dood van een broer tot de dood van een vader, van de eerste keer tot een obsceen verzoek in de trein, van de kansen in je handen tot het obstakel dat we moeten overwinnen om te komen waar we uiteindelijk willen zijn.
Voor ik de winnaars bekend maak, een bemoedigend woord aan de schrijvers. Wat zijn jullie dapper dat je mee gedaan hebt! En ga door! In de woorden van Ierse (toneel)schrijver en dichter Samuel Becket: Fail, fail again, fail better.
Het winnende verhaal is… Wegwerker van Lidy Groenewegen. Het is een klein, sympathiek verhaal, met subtiele humor, dat in kort bestek veel zegt over het bestaan van een uitgerangeerde werknemer. Het is origineel en goed geschreven. Het heeft een mooie spanningsboog met een twist, die doet lachen.
Het winnende gedicht is… Goedlachs van Dewi de Nijs. Het taalgebruik is simpel, maar tegelijkertijd heel beeldend. Het werkt heel direct en met weinig woorden weet het een intieme sfeer op te roepen. Er zit ruimte en poëzie in.
Het gedicht zal gepubliceerd worden in de volgende Extaze, uitgegeven door In de Knipscheer, het verhaal komt op de website. Gefeliciteerd, Lidy en Dewi!
Alle originele tekeningen van Extaze 19 van Wendela de Vries, (en nog 6 méér) zijn t/m 6 november 2016 in kleur en ingelijst te zien en te koop
in de Houtrustkerk, Beeklaan 535 Den Haag.
Wilt u gaan kijken, bel dan eerst met de koster: 0639223150
houtrustkerk.nl
Betje Wolff en Aagje Deken, maar wat schreven ze? Romans, veel brieven ook. Het tijdschrift Extaze heeft een opmerkelijk nummer uitgebracht over Nederlandse schrijvende vrouwen aller tijden. Van Hadewijch tot Carry van Bruggen, van Annie Schmidt tot Aya Zikken.
Uit een brief van Elisabeth Wolff. In 1785 schreef de dan 46-jarige Betje aan een jonge Friezin, een fan die haar raad vroeg inzake trouwen; ‘Ik ben te veel een vriendin van de fraaie natuur om niet sterk voor het huwelijk te pleiten – niet voor mijzelf, dat bleek; 8 jaar weduwe nooit meer van datte mijn kind; maar jonge gezonde mensen moeten trouwen als er een basis is voor en gelukkig leven..’
Wolff en Deken en seks? Er was in hun tijd geen andere decente weg dan langs het huwelijk. Maar toch. Marleen de Vries legt het bondig uit: ‘Al even libido verlagend zijn enkele gravures waarop de auteurs oud, tandeloos en met kanten huismutsen zijn afgebeeld. Dat de eerste seksuele revolutie plaatsvond in de achttiende eeuw, en dat die eeuw in essentie libertijns was wordt licht vergeten.’
Saartje Burgerhart, de heldin van hun bestseller maakt een ‘misstap’ die lijkt op wat Elizabeth zelf op haar zeventiende overkwam. Ze neemt de benen met een minnaar: ‘Ik zou niets God ter wereld gedaan hebben dan mijn lieve jongen beminnen en nacht & dag mijn hersenen hebben gebroken, om toch zijn hele hart te behouden, want ik zou er geen klein stipje van hebben kunnen missen, al was het nog zo groot als een speldenknop.’ Maar de volgende dag keert ze alweer naar huis terug. ‘Gebroken.’
Van Annie M.G. is er de regel die een generatie vormde: ‘Ik ben lekker stout’ (1954). Zonder Annie geen Provo, denk ik dan. De bibliothecaresse die Nederland omkeerde. Toepasselijke tekeningen van Wendela de Vries door het nummer heen!
Mijn geliefde is afwezig, zij schildert in het buitenland. Moet ik dus zelf voor mijn gezonde voeding zorgen. Gelukkig hebben wij een Voedingscentrum, dat helpt. Vandaag gaat de campagne van start: ‘De waarheid op tafel’. Voedingscentrum vindt dat we meer moeten nadenken over wat we eten en drinken. En de etiketten lezen: ‘Op de verpakking van producten staan een heleboel teksten, tabellen en logo’s. Dit noemen we het etiket. Maar wat heb je aan al deze informatie? Een heleboel. Als je weet hoe je het etiket leest, kies je makkelijker voor gezonde, veilige en duurzame boodschappen’.
Denk ik meteen aan E-nummers, met de E van Europese Unie. Het zijn er tientallen, zo niet honderden. Even een tip: pas op voor de nummers E 102 t/m E 133, allemaal synthetische kleurstoffen. E 141 t/m E 155 trouwens ook, evenals 173 t/m 182. Zo heb je er al een stuk of vijftig en dat zijn nog alleen maar de kleurstoffen. Van conserveermiddelen is de lijst nog veel langer. Enfin, de meeste E-nummers hebben niet de E van Eerlijk Eten.
En dan het drinken. Frisdranken. Allemaal suiker, en suiker is vergif, dat weten we nu wel. Melk dan? Haha, dat was héél lang geleden goed voor elk. Koeienmelk is moedermelk voor kalveren. Nou ja, dat wás het ooit. Het leek zo’n mooie gratis voedselvoorziening voor de mens. Je stopt er gras in en er komt melk uit. Voorouders (niet in India natuurlijk) aan het fokken totdat die arme koeien enorme uiers meezeulden. Je moet ze na de winterstop eens de wei zien in huppelen, ze struikelen er bijkans over. De meeste koeien weten trouwens niet meer wat de wei is. Ze staan tussen dranghekken met hun kont naar de melkmachine. Natuurlijk komt er ook stront uit een koe. Veel zelfs. En nog erger (maar dat wil niemand hardop zeggen) koeien laten veel scheten, zoveel scheten dat ze wereldwijd voor veel meer opwarming zorgen dan alle auto’s bij elkaar, want methaan heeft 25% meer impact op het broeikaseffect dan CO2. In Nederland alleen al staan ruim anderhalf miljoen koeien te ruften. Kunnen we dan die scheterigheid van de koe niet verminderen? Daar wordt universitair over nagedacht en het schijnt dat een mengsel van kerrie en prei een vermindering van 40% teweegbrengt, met als nadeel dat de melk naar prei smaakt. Maar methaan, dat is toch gas, daar kun je op koken. Ook een idee, maar het is nog niet gelukt om de koeien een gasleiding aan de kont te hangen. Wel hebben we de mestvergister (nieuw woord!). Als je de mest laat gisten komt er gas vrij en daarmee kun je de elektriciteitscentrale stoken. Hoewel er mestvergisters te koop zijn uit failliete boedels van (te) optimistische boeren is minister Kamp (net als Jesse Klaver- hé klaver dat eten koeien ook) positief over de monomestvergister (weer een nieuw woord het lijkt wel Duits) die gefinancierd wordt door – hoe kan het ook anders – zuivelproducent Friesland/Campina. Ja, want wat moet je nog als zuivelproducent als de melkkoe wordt afgeschaft. Zou trouwens een nóg betere oplossing zijn en nog diervriendelijker ook. Wat moeten we met al die melk, dit ideetje van onze voorouders is al lang naar de quota.
Maar genoeg over koeien, hoewel je ze ook kunt eten. Vlees eten is ook niet meer zo nodig schijnt het. Nog een reden om het scheterige vee af te schaffen. Hoewel dat wel enige religieuze opschudding zal geven.
Over vlees eten gesproken: wie is vergeten hoe die kleine Sanne Wevers op de Olympische Spelen de gouden plak won bij het turnen? En hoe kwam dit nou? Omdat ze vanaf 2010 gezond is gaan eten. In ‘Fit met Voeding’ zei zij eenstemmig met haar tweelingturnzus (hé alweer een nieuw woord) Lieke dat hun grootste verandering was dat ze van mager en light waren overgeschakeld op vol en vet, met veel meer fruit en – ja hoor – meer vlees! Je kunt hier eigenlijk spreken van omturnen. Toch een hele geruststelling; straks gewoon lekker die gehaktbal op mijn bord.
Gezond eten heeft een nieuwe groep eetafwijkers gevormd, de orthorexianen (je wordt gek van al die nieuwe woorden). Deze mensen met orthorexia, schijnen patiënt te zijn, hoewel ze uitsluitend het allergezondste eten eten.
Ander soort patiënten zijn zij die het allerongezondste drinken. In ons land schijnen we ruim 400.000 klasse 4 drinkers/sters te hebben, de zwaarste klasse. In de lichtste klasse 1 hebben we er vijfenhalf miljoen. Gevolg is katerschade (hé alweer een nieuw woord) bij het bedrijfsleven. Door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu is dit becijferd op 1,7 miljard euro per jaar, toch al gauw 1,7 miljard liter bier dus. Het schijnt trouwens dat vooral ook in sportkantines flink wordt gedronken. Sporters doen alles om beter te presteren. Ooit speelde ik golf met een single handicapper – zo heet dit als je héél goed bent met een héél lage handicap, professionals hebben geen handicap, althans niet in golf – en deze jongen zette een kratje met 24 flesjes in zijn golfkar (het was in het buitenland en warm) en na negen holes was het kratje leeg en haalde hij een nieuw kratje. Toch speelde hij een fantastische partij. Je hoort ook wel eens dat chirurgen een vaste hand hebben als ze drinken. Ik heb zelf een héél goede opticien gekend… enfin, inmiddels is het hackerscollectief (jeetje alweer een nieuw woord) genaamd Fancy Bears erin geslaagd om van minstens 120 topsporters de medische status te lekken. Zij willen aantonen dat veel topsporters geautoriseerd slikken, zoals Froome omdat hij astma heeft (vraag het maar aan wielrenner Tom Dumoulin) en de Russen natuurlijk. Je kunt je afvragen of top politici, top ondernemers, top artiesten schoon zijn wat dit betreft. De top bokser in het zwaargewicht, Tyson Fury, gebruikte cocaïne en na onlangs betrapt te zijn stopte hij met boksen. Zei hij:’ boksen is het meest trieste dat ik ooit heb gedaan, het is een grote ellende, ik ben de beste en ik stop ermee’. Dit overigens nadat hij pakweg 15 miljoen pond had verdiend.
Hij had trouwens een simpele oplossing voor het dopingprobleem: ‘Why don’t they just make drugs totally legal in sports, then everybody would be taking drugs, then it would be fully fair then, wouldn’t it? If everyone was taking drugs then it would be fairer I think because you can’t tell me that 99 per cent of these sports people ain’t taking drugs when they’ve got bodies like Greek gods’.
En o ja, hoewel weinig met het voorgaande te maken vind ik sjoemelzaad ook een leuk nieuw woord. Wie sjoemelzaad zaait zal sjoemelkinderen oogsten.
Met bijdragen van: Charlotte D’Eer, Arthur Ebeling, Ronald de Jong, Ingrid Rollema, Heidi Koren, Joke Linders.
Foto’s: Eric de Vries
Verloop van jaren – Dichter bij Remco Campert is geselecteerd voor het IDFA, dat plaats heeft van 16 tot 27 november. Aansluitend draait de film van John Albert Jansen in bioscopen door het hele land. Voor een streamer en/of een interview met de regisseur kunt u contact opnemen met Trix van Alphen of Margarétha Moerkerke, tel: 020 612 7000.
Remco Campert ziet zichzelf in de eerste plaats als dichter. Waarschijnlijk is hij echter beter bekend van zijn verhalen, columns en optredens voor televisie en in het land. Daarin heeft de schrijver een beeld van zichzelf geschapen als een charmant, bij iedereen geliefd zondagskind. Maar wie is hij echt? In Verloop van jaren zijn we een jaar lang dicht bij Remco Campert. We leren hem kennen in zijn dagelijks leven en zijn er bij op bijzondere, intieme en kwetsbare momenten. Die laten zien hoe een van onze grootste schrijvers in het leven staat. Bij het lezen en herlezen van zijn gedichten raak je steeds weer verbaasd en ontroerd door de mild ironische toon waarmee Campert het menselijk geploeter beschrijft. Van zijn vroege gedichten waarin de oorlog en de dood van zijn vader Jan Campert doorklinken naar zijn mijmeringen over liefde, poëzie en vergankelijkheid; Campert is een rake observator en iemand die er, wars van ideologieën en modegrillen, het zijne van denkt.
Verloop van jaren – Dichter bij Remco Campert is een film over weemoed, vergankelijkheid, de naderende dood en poëzie als levenselixer. Campert: “Ik wil de dood voorblijven. Zolang ik schrijf leef ik.”
John Albert Jansen regisseerde eerder lovend ontvangen films over belangrijke internationale dichters zoals Wreed geluk (2009) over Hugo Claus, Einde en begin (2011) over de Poolse Nobelprijswinnares Wislawa Szymborska, Het afwezige land (2013) over de Syrisch-Libanese dichter Ali Ahmed Esber en Het alfabet van de angst (2015) met en over de Roemeens-Duitse Nobelprijswinnares Herta Müller. In de bijlage een uitgebreid CV van Jansen en zijn toelichting bij Verloop van jaren.
Verloop van jaren – Dichter bij Remco Campert
Een Oogland Filmproductie i.s.m. RTV Noord-Holland en VPRO.
Regie en scenario: John Albert Jansen, adviezen: Saskia van Schaik, beeldresearch: Barbara Kist, camera: Adri Schrover (NSC), Jeroen Wolff, geluid: Bert van den Dungen, Bouwe Mulder, Wouter Veldhuis, geluidsontwerp: Frank van der Weij, montage: Jos Driessen, Daan Veldhuizen, postproductie: Filmdoc, kleurcorrectie: Filmmore/Martin Klein, ondertiteling: Harry Pallemans, Erik Pezarro, muziek: Benjamin Herman, Michael Moore, eindredactie RTV Noord-Holland: Bart Barnas, eindredactie VPRO: Saskia van Schaik, Petra Vermeulen, productie VPRO: Brigit Dopheide, uitvoerend producenten: Annelotte Verhaagen, Jeroen Wolff. Deze productie kwam tot stand met steun van het Amsterdams Fonds voor de Kunst, CoBO, Gemeente Den Haag, Mediafonds.
Met dank aan Cleo Campert, Manuela Campert, Mirjam van Hengel, Hans Keller, Benjamin Herman, Hagar Peeters, met speciale dank aan Deborah en Remco Campert.
Online: Remco Campert/De Bezige Bij, Oogland Filmproducties, bijlage: info Verloop van jaren
Voor meer persinformatie: Trix van Alphen en Margarétha Moerkerke
t: 020 612 7000, e: trix@publicy.nl, margaretha@publicy.nl
www.ThePublicityCompany.com, Facebook, Twitter
Extaze 19
Donderdagavond 6 oktober werd het nieuwe nummer: Vrouwen in de Nederlandstalige literatuur die in verschillende opzichten baanbrekend zijn geweest, gepresenteerd tijdens
Extaze in de Houtrustkerk. Een multidiscipliniar programma met veel muziek, voordrachten, beeldende kunst en film van: Charlotte D’Eer, Arhur Ebeling,
Ingrid Rollema, Heidi Koren en Joke Linders.
Tijdens de avond werd het beeldend werk van Wendela de Vries tentoongesteld.
Reserveren: redactie@extaze.nl
ESSAYS
Vrouwen in de Nederlandstalige literatuur die de gemoederen van hun lezers in beroering hebben gebracht en in verschillende opzichten baanbrekend zijn geweest.
Uit negen eeuwen literatuurgeschiedenis kozen wij:
Hadewijch, de dertiende-eeuwse schrijfster en mystica, die de balans zoekt tussen ketterij en christelijke verering (Charlotte D’Eer); Anna Maria van Schurman
(1607–1678), vrouw van de wetenschap en de letteren, die in woord geschrifte haar onvrede uit over stad (Utrecht), kerk en universiteit (Pieta van Beek);
Betje Wolff (1738–1804) en Aagje Deken(1741–1804), die strijden tegen intolerantie
en dogma’s van gereformeerd Nederland (Marleen de Vries); de Zuid-Afrikaanse Johanna Grobbelaar (begin negentiende eeuw), die wil meehelpen aan de opbouw van haar land (Annemarié van Niekerk, Pieta van Beek); Cécile de Jong van Beek en Donk (1866–1944), die een ‘encyclopedische’ tendensroman schrijft waarin alle aspecten van de vrouwenkwestie moeten worden belicht (Elisabeth Leijnse, winnaar van de
Libris Geschiedenis Prijs 2016); Carry van Bruggen (1881–1932), die zich verzet tegen groepsgedrag en groepsdenken (Jacques Sicking); Annie M.G. Schmidt (1911–1995)) die spot met van bovenaf opgelegde regels en opvattingen (Joke Linders); Bea Vianen (1935),
die in haar poëzie smacht naar vrijheid, waarbij het Surinaamse een niet weg
te denken element vormt (Michiel van Kempen: zijn laatste boek is,
Rusteloos en overal. Het leven van Albert Helman (2016))
KORTE VERHALEN
Marc Colsen
Elke De Klerk
Heidi Koren
Trudy van Rooij-van Mil
John Toxopeus
Ilona Verhoeven
Jan Zwaaneveld
ARCHIEF
Gedichten van Lorine Niedecker (1903–1970)
vertaald door Jeroen van den Heuvel
Selectie uit de dagboeken en brieven van Aya Zikken (1919–2013),
gekozen en ingeleid door Kees Ruys
GEDICHTEN
Jos Versteegen
BEELD
Wendela de Vries
<<Een literair tijdschrift is een tere bloem […]>>
Casper Postmaa, Den Haag Centraal, 29-09-2016
Lees hier het hele interview met Cor Gout
STEUN EXTAZE DOOR JE AANWEZIGHEID…
…tijdens de presentatie van Extaze 19, met als thema:
‘Vrouwen in de Nederlandstalige literatuur die in verschillende
opzichten baanbrekend zijn geweest’.
De avond in de Houtrustkerk in Den Haag zal het niet alleen over
baanbrekende schrijfsters gaan, maar ook over vrouwen in de politiek,
de beeldende kunst en de muziek die de wateren hebben doen rimpelen.
Beeldend kunstenaar Ingrid Rollema leidt een film van Gerard Holthuis
in, waarin zij zelf een sculptuur maakt van de pacifiste Bertha von
Suttner (1843–1914), gitaarvirtuoos Arhur Ebeling vertolkt nummers van
Billie Holiday, en Charlotte D’Eer vertelt niet alleen over
Hadewijch, maar ook over het project ‘Agents of change: women
editors and socio-cultural transformation in Europe, 1710–1920’
waaraan zij meewerkt. En vanzelfsprekend komt de literatuur aan bod:
Joke Linders vraag zich in haar inleiding af ‘hoe muzikaal Annie
M.G. Schmidt eigenlijk was’ en rijzende literaire ster Heidi Koren
leest een nieuw kort verhaal voor.
Presentatie Cor Gout, licht en geluid Harold Verra.
Datum: 6 oktober, entree € 10,00
De deur van de Houtrustkerk (hoek Beeklaan/Houtrustweg) gaat om 19.45
uur open. De deur sluit om 20.13 uur. Het programma begint precies om
20.15 uur.
Geïnteresseerden in de politieke, journalistieke en educatieve kanten
van de vluchtelingenproblematiek in Europa zijn diezelfde dag
(6 oktober) welkom bij de presentatie van Els de Groen’s boek Voor het volk,
een uitgave van in de Knipscheer. Locatie: Boekhandel Douwes,
Herengracht 60, Den Haag. aanvang: 16.00 uur.
Lang geleden schreef ik elke week een column voor een reclamevakblad. Moest ik inleveren voor het einde van de week, dus schreef ik op vrijdagmiddag mijn stukje. Rechtstreeks vanuit de snelkoker. In het Engels heet zoiets ‘committment’, hebben we in onze taal geen goed woord voor. Het betekent dat je móet, je hebt het vastgelegd, onherroepelijk beloofd. Zonder committments kom je niet vooruit, is mijn mening, je moet jezelf dwang opleggen.
Dit alles realiseer ik mij al enige weken, omdat ik niets schrijf voor Extaze. Ja, ik heb beloofd columns te schrijven, maar niet wanneer. En hoevaak. Moet ik toegeven dat ik ’t voor mij uit schuif, labberkakkig excuses bedenkend om mijn zich langzaam opbouwend schuldgevoel uit de rechterbreinhelft weg te poetsen. Maar nu lees ik over het nieuwe boek van Dick Swaab (Ons creatieve brein) en leer het volgende: al onze beslissingen worden genomen in onze rechter breinhelft op basis van laten we zeggen intuïtieve analyses, waarna een halve tot zeven seconden later de linker breinhelft wordt geïnformeerd om de beslissing te rationaliseren, om een goed verhaal erbij te bedenken, een soort logische verklaring waarmee je naar jezelf toe – en naar anderen toe! – goed weg kunt komen. Het roept meteen beelden op van politici, nietwaar? Hoe dan ook, mijn linker hersenhelft bedenkt het excuus dat je niet een column kunt schrijven als je gepreoccupeerd bent door gezondheidsproblemen. Sterker nog, je kunt eigenlijk niet werken, niet functioneren, want er zit teveel emotie in je dagelijkse denken. We kennen het gezegde al sinds de Romeinen: mens sana in corpore sano, om je brein gezond te houden moet je goed in je vel zitten, dus niet piekeren over kwalen en ziekte. Goed voor je lichaam zorgen, zegt men. Bewegen, gezond eten, goed slapen en niet alleen je spieren maar ook je hersens trainen.
Topsport helpt, tenzij je slechte knieën hebt of een versleten heup. Maar bridge is ook topsport, hierin zijn we zittend wereldkampioen geworden. Trouwens veel topsport op televisie gezien deze zomer, zowel met als zonder handicaps. En naast het woord ’treitervlogger’ – treiteren als sport – heb ik ook het begrip ‘blade babe’ leren kennen. Wat communicatie niet allemaal teweeg brengt in ons brein. Met de parasporters heb ik soms medelijden, maar dat schijnt niet te mogen. Ook een soort schuldgevoel dat me bekruipt is verkeerd. Weliswaar ben ik ziek volgens de wetenschap, maar fysiologisch niks aan de hand en de enige handicap die ik heb is een golfhandicap.
Maar nu weer even serieus. Over ons brein: Dick Swaab stelt dat we leven met illusies, we denken dat we vrije keuzes kunnen maken, maar we worden geregeerd door onze rechterhersenhelft waar beslissingen onbewust worden genomen na doorrekening van de voors en tegens. Als de dokter zegt dat je geopereerd moet worden zou je rechterhersenhelft dus kunnen zeggen: ‘nee dat wil ik niet, ik ga wel naar een kliniek in Duitsland’.
Ik vind het bijzonder dat ik op hetzelfde moment in dezelfde kwaliteitskrant waarin Dick Swaab als hersenkundige aan het woord is, de historicus Prof. Yuval Harari – schrijver van het boek Homo Deus – hetzelfde zie zeggen: wij mensen leven in illusies en er is geen sprake van vrije keuzes. Beide boeken heb ik (nog) niet gelezen, maar wat ik erover lees sterkt mij in mijn overtuiging dat ons een enorme verandering te wachten staat, die in feite al is begonnen. De macht van religie is uitgewerkt en we zien de laatste stuiptrekkingen in de gewelddadige verbetenheid waarmee fundamentalisten proberen de klok terug te draaien. Hetzelfde geldt overigens mijns inziens voor nationalisme, ook hier wordt door fanatici tegen de stroom in geroeid. Hun successen zijn tijdelijk, ze lijken heftig, ingrijpend en beangstigend maar ze vervagen in het lange termijnbeeld. Verandering is niet tegen te houden, de mens is de motor en de ontsteking zit in de rechterhersenhelft. Nero, Napoleon, Hitler, Franco, Ceausescu, Poetin, Wilders, Assad, Trump, iedereen mag het rijtje naar eigen genoegen aanvullen. Rechterhersenhelft communiceert met wat wij populair gezegd onderbuikgevoelens noemen. Natuurlijk is dat beangstigend vooral als er door de linkerhersenhelft logisch klinkende verklaringen bij worden geponeerd. Maar terwijl in zwart/wit monumenten worden gebouwd vallen de fundamenten ervan – in het begin meestal onopgemerkt! – uiteen in onverwachte kleuren en zitten we met revoluties, opstanden, eigenwijzigheid en ja ‘veranderingen’. Want rechterhersenhelften zijn oncontroleerbaar en wispelturig. Wij zijn ons brein, schreef Dick Swaab. Dat is het grote probleem van de mensheid op aarde, want omdat wij ons brein zijn hebben we geen idee wat ons te wachten staat. De redding komt niet meer van een godheid, een geloof, een prediker, paus of psycholoog maar van een superbrein dat noch links, noch rechts denkt, maar rechtlijnig recht vooruit. Kunstmatige intelligentie heeft geen onderbuik.
Christian
Presentatie Extaze nr. 19
Op 6 oktober verschijnt het negentiende nummer van Extaze met als thema:
Vrouwen in de Nederlandstalige literatuur die in verschillende opzichten baanbrekend zijn geweest. Uit essays over Hadewijch, Anna Maria van Schurman, Betje Wolff en Aagje Deken, Johanna Grobbelaar (ZA), Cécile de Jong van Beek en Donk, Carry van Bruggen, Annie M.G. Schmidt en Bea Vianen zal blijken in welke opzichten dat het geval is geweest. Verder korte verhalen, gedichten, werk uit archief (Aya Zikken en Lorine Niedecker) en beeldende kunst van Wendela de Vries.
Tijdens de presentatie van dit nummer in de Houtrustkerk in Den Haag zal het niet alleen over baanbrekende schrijfsters gaan, maar ook over vrouwen in de politiek,
de beeldende kunst en de muziek die de wateren hebben doen rimpelen.
Beeldend kunstenaar Ingrid Rollema leidt een film van Gerard Holthuis in, waarin zij zelf een sculptuur maakt van de pacifiste Bertha von Suttner (1843-1914), gitaarvirtuoos
Arhur Ebeling vertolkt nummers van Billie Holiday, en Charlotte D’Eer vertelt niet alleen over Hadewijch, maar ook over het project ‘Agents of change: women editors and
socio-cultural transformation in Europe, 1710–1920’ waaraan zij meewerkt.
En vanzelfsprekend komt de literatuur aan bod: Joke Linders vraag zich in haar inleiding af ‘hoe muzikaal Annie M.G. Schmidt eigenlijk was’ en rijzende literaire ster Heidi Koren leest een nieuw kort verhaal voor.
Tijdens de avond wordt het beeldend werk van Wendela de Vries tentoongesteld.
Presentatie Cor Gout, licht en geluid Harold Verra.
Datum: 6 oktober, entree € 10,00
De deur van de Houtrustkerk (hoek Beeklaan/Houtrustweg) gaat om 19.45 uur open. De deur sluit om 20.13 uur. Het programma begint precies om 20.15 uur.
Reserveren: redactie@extaze.nl
Wachtend in Den Haag op de gouden tram
die van Nirwana
naar het Scheveningse strand, bad ik:
Broeder Duin, ik dank u voor uw deemoed
Zuster Strand, ik dank u voor uw naaktheid
Broeder Zee, ik dank u voor uw golfslag
Dat alles bad ik, terwijl ik Broeder Badpak
thuis had laten liggen…
Er zat niets anders op
(‘Here comes the Sun…’)
dan naakt naar het naaktstrand
om te preken tot de meeuwen, zo welsprekend
als ooit Franciscus van Assisi
tot de vogels van Toscane
en tot de kanoetsteltlopers, vrolijk trippend
langs de vloedlijn…
en tot de zonaanbidsters met hun halo
van geheiligd boter-
blond
de suntanned Zusters Zonnebrand
Hot! Hot! Hot!
hun favoriete zomerhit:
Franciscus’ Zonnelied
Laudato si….
En Zuster Zeester. En Zuster Zeewier.
En Broeder
Kwal!
Over ‘De mooie mond van Bobby Cespedes en andere verhalen’ van Ulises Segura voor Biblion, 21 juli 2016:
De Vlaming Ulises Segura (1973) debuteert met deze bundel verhalen die zich deels afspelen in een magisch-realistische omgeving. Hij laat daarmee een staalkaart zien van zijn vertelkunst, een proeve van zijn literaire ambitie. Qua fantasie en creativiteit scoort Segura hoog. Hij weet met weinig middelen (vreemde) werelden en sferen op te roepen en zijn lezers daarheen mee te voeren. Van een apocalyptisch landschap in Andalusië naar een Londons park waar kinderen naar een poppenvoorstelling kijken; van drie vrouwen in een raket naar de jongen met een apenmasker in Oostende. De personages ervaren intense levensmomenten: verliefdheid, homoseksuele inwijding, eenzaamheid, een ernstige ziekte, doodsangst. In het verhaal over een groepje Oostendse jongens die het aangespoelde kadaver van een hond meezeulen naar een verlaten fort, is Segura op zijn best: feilloos vindt hij de scheidslijn tussen kameraadschap en wreedheid, tussen eenzaamheid en bravoure. (…)
Lees hier de recensie
Meer over Ulises Segura, De mooie mond van Bobby Cespedes en andere verhalen
Op zaterdag 3 september werd in Lelystad de 12de editie van de Nationale Stadsdichtersdag 2016 georganiseerd. Op die dag werden alle, door hun gemeente erkende, stadsdichters van Nederland en Vlaanderen uitgenodigd om naar Lelystad te komen en hun Stadsdichterspoëzie te presenteren. Dit zijn er inmiddels 61 totaal, 47 in Nederland en 14 in Vlaanderen. In het kader hiervan is uit 400 ingezonden gedichten een selectie gemaakt van 100 gedichten die is gepubliceerd in de dichtbundel “Stadshart”. Het gedicht “Groei” van Els de Groen werd door de jury onder leiding van Luc Baaten beloond met de eerste prijs van deze stadsgedichtenwedstrijd: ‘Het taalgebruik is treffend. Zelfs in de vormgeving van het gedicht is groei zichtbaar gemaakt.’
Groei
Ik weet niet wie het snelst groeide, ‘s-Gravenhage of ik
Het was kort na de oorlog en we hadden beiden trek
De stad verslond de polder en de tuinbouwkassen
Ik at stamp met kaantjes, pap en kokosbrood
Zij kreeg nieuwe straatnamen
Ik kreeg nieuwe schoenen
We waren heel verschillend van elkaar, de stad en ik
Maar ook onafscheidelijk met elkaar verbonden
Morste zij rode menie, ik speelde kappertje
Kruimelde zij kalk, ik trok hinkelbanen
Schoot zij op langs steigers
Ik klom een eindje mee
Verhuizen deden we ook samen, ‘s-Gravenhage en ik
Zij betrok nieuw weideland tussen smalle vaarten
Ik een nieuwe woning in alweer een buitenwijk
Maar zij overwoekerde niet meer alle groen
En ik hield op met keten
We waren uitgegroeid
Meer over Els de Groen op deze site: www.indeknipscheer.com