Kralinger Popfestival – Forever young, Manuel Kneepkens

Waar zijn de zomers gebleven, de lachende zomers
dat wij, blowend, in het gras lagen
in elkaars armen?

zo in extase
dat het leek alsof de Van Brieneroordbrug
aan onze teennagels hing

          twee Bloemenkinderen

          het water was veel te diep…

en waar zijn de winters gebleven
dat jij over Kralinger plas schaatste, ijsbloemenkind
zoveel fragieler dan ik
rakelings langs het stoned wak van mijn ziel

          Minnaar, wat lig je daar te Hendrik Avercampen
                   soms gestruikeld over de wonden
                       van Lidwina van Schiedam?

Ach, Kralingen met je Popfestival

is alle liefde dan illusie

vier seizoenen wiet?

Dit bericht is geplaatst in Home, Poëzie. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.