Brexitland revisited, door Manuel Kneepkens

In de etalage van Europa
ligt de Noordzee in de Opruiming

Kwallen…legioenen kwallen…
koukleumende nudisten
Total loss !

Die uit de Heimat dragen een Stahlhelm
maar vele malen arroganter
zijn die gestrand
uit de UK !

Glazen Sprookjeskoetsen
Fin de siècle-speelgoed
met dodelijk voltage…

inhoud:

Queen Victoria

een transparante plumpudding
onder een lila parasol

althans haar kadaver, wuivend
grijnzend
vanuit ons aller-Onbewuste…

naar haar darling-onderdaan…
een sinistere flaneur in de London fog

onder de cape
van zijn Bullingdon-rokkostuum

een lijkbleek slagersmes…

                   Brexitman Boris Johnson

Gentleman Jack the Ripper!

Gepost in Home, Poëzie | Getagged , , | Plaats een reactie

Wij en Zij, door Christian Oerlemans

Sommigen zullen zeggen: ‘wij en hun’, maar daar gaat dit stuk niet over.

Ik kom op dit onderwerp omdat de tekstschrijver Jaap Toorenaar een boek maakt over bekende reclamecampagnes. ‘Even Apeldoorn bellen’ kan dan natuurlijk niet ontbreken, deze campagne won in 2015 met enorme voorsprong de “Gouden Loeki aller tijden”, uitgereikt door de STER.

In gesprek met Jaap over het ontstaan van de campagne –gemaakt samen met art director Fons Bruijs in 1986  – realiseerde ik me dat wij toentertijd veel meer bezig waren met het interne bedrijfsprobleem bij Centraal Beheer, dan met deze reclame, waarvan we natuurlijk nog niet wisten dat die zo’n lang leven zou hebben.

Centraal Beheer was als kleine coöperatieve verzekeringsmaatschappij verhuisd naar een revolutionair kantoorgebouw in Apeldoorn, ontworpen door Herman Herzberger. Dagelijks trokken groepen bewonderaars, overgevlogen vanuit Japan of Australië of Amerika, door het pand. Volledige openheid tot in de directiekamer. Overal espressobars, hangende plantenbossen tussen het betonskelet, aquariums, huisdieren en – heel apart voor een verzekeringsmaatschappij – spijkerbroeken en geen stropdassen. Zo’n vrolijke alternatieve kantoortuin had niemand nog ooit gezien.

Centraal Beheer was een buitenbeentje in verzekeringsland waar driedelig grijs toen de norm was. CB verkocht verzekeringen als postorderproduct, per coupon. Knip uit die bon en pak uw voordeel. “Verzekeringen voor zelfverzekerde mensen “ hadden wij bedacht. En het kon nog makkelijker: gewoon per telefoon. Even Apeldoorn bellen. Maar toen wij die campagne presenteerden schrok de baas, Geert Boreel, een beetje terug. Hij hoorde in gedachten al die honderden rinkelende telefoons die niet werden opgenomen omdat zijn medewerkers in de coffeecorners zaten. Mensen zijn immers net kinderen; als je de grenzen oprekt, discipline verwaarloost en veel vrijheden toestaat, dan ontstaat er een balorige vrijbuitersfeer.

Wat te doen?

Nu kom ik op ‘wij en zij’; een interne campagne! Clubgevoel creëren, met z’n allen rug aan rug strijden tegen die arrogante  verzekeringsreuzen in Amsterdam en den Haag. Alle neuzen dezelfde kant op. Dit noemden we toen een ‘motivatieprogramma’, maar zo mocht je het later niet meer noemen omdat het teveel leek op ‘manipulatieprogramma’. Samen met Henk Terlingen
– bij ouderen bekend als Apollo Henkie – die dit soort programma’s produceerde in ons bedrijf, maakte ik een spectaculair intern televisieprogramma, dwars door het hele bedrijf en… voor de medewerkers als volledige verrassing. Toen ze op kantoor kwamen bleek hun werkplek te zijn veranderd in een televisiestudio. Overal monitors en camera’s. Ronde tafelgesprekken met divisiedirecteuren, open microfoons, sprekerspodia, de ondernemingsraad in het geweer, Ruud ter Weijden, Koos Postema en andere tv-persoonlijkheden in emotionele gespreksgroepen, kortom DWDD en Pauw en Tan avant la lettre in de kantoortuinen van Centraal Beheer.

Na die dag konden we  met ‘Even Apeldoorn bellen’ van start. Iedereen wilde en kreeg telefoontraining. Hoe aardig te zijn en te blijven, ook tegen lastige klanten. Prettige dag verder. Dank u voor het bellen. Al die cliché’s waar je nu een beetje ziek van wordt (fijne dag nog), waren toen nog redelijk vernieuwend.

‘Wij tegen Zij’. Niets werkt beter dan dit, omdat wij mensen ermee worden opgevoed. Einstein zei het al:  ‘gezond verstand is de verzameling vooroordelen die we hebben vergaard tegen de tijd dat we achttien zijn’. We leven in clubjes, in groepen zoals we dat eigenlijk gewend zijn sinds we jagers/verzamelaars waren. Ons kent ons. Ons brein wordt volgestopt met overtuigingen, normen en waarden van onze ouders, politieke kleuren, religieuze dogma’s, meestal zonder dat we ons dit realiseren. Propaganda, reclame, natuurlijk. Maar de ware manipulatie grijpt dieper in, dan gaat het om overtuigingen die stoelen op nationalisme en religie. Er zijn bijvoorbeeld maar weinigen die door intellectuele argumenten tot hun geloofsovertuiging komen. Het is de groep die het doet, de emotie van samen hetzelfde geloven en denken. De grote meerderheid van gelovigen is gelovig dankzij de opvoeding. Als je nu in Teheran wordt geboren, ben je moslim en geloof je in de waarheden van de Koran. Ouders geven niet alleen genen door, maar ook overtuigingen, waarheden, en inderdaad ja…vooroordelen. Geen mens is er vrij van. Nationalisme is misschien nog meer manipulerend dan religie, als ik ’t zo mag zeggen. Misschien ook omdat het ‘nieuwer’ is, want het vaderland is een begrip dat nog niet zo lang bestaat. Strijden, desnoods sterven voor het vaderland; een modern thema dat eigenlijk pas in de eerste wereldoorlog ontstond. Ik vond een ironische uitspraak van de Britse dichter Wilfred Owen over het destructieve van nationalisme: ‘dulce et decorum est pro patria mori’ – het is een zoete eer om voor het vaderland te sterven. Wat hij overigens ook deed vlak voor de wapenstilstand. In Europa en Noord en Zuid Amerika  zijn staten nog jong. In de 19e eeuw kon je nog geen supporter zijn van het Italiaanse, Duitse of Argentijnse elftal. We hadden vorstendommen, keizerrijken en koninkrijken en andere rijken, machthebbers die de baas waren over hun onderdanen. Hiervan is hier en daar nog iets blijven hangen in royalisme en monarchisme, maar deze groepsculturen zijn minder sterk dan nationalisme en religie. Behalve misschien op ‘koningsdag’.

Hoe komt het dat nationalisme zo ingrijpend is geworden in de wereld? Door de scholing lijkt mij. Tegelijk met het ontstaan van naties, werd schoolgaan normaal en later verplicht. Door het onderwijs leerden kinderen dat ze ergens bij hoorden, een denkbeeldige gemeenschap met nationalistische ideologie, een nationale taal en een bijbehorend volkslied. Zo leerden eind negentiende eeuw ( bijvoorbeeld) de Friese kinderen Nederlands spreken. Landen als Japan, maar ook Engeland en vooral de Verenigde Staten zijn heel sterk in deze ‘motivatieprogramma’s’ op school. Het schooluniform is symbolisch. In de V.S. moeten de kids ’s ochtends in koor een belofte van trouw afleggen en in de houding staan voor de vlag met de stars-and-stripes. Deze z.g. ‘Pledge of Allegiance’ is een uitvinding van een zekere Francis Bellamy (in 1892), die  meende dat dit zou aanzetten tot trots en trouw aan de republiek. Pure manipulatie dus. Met name de instroom van miljoenen immigranten, de angst voor het communisme en de vernedering van Pearl Harbour hielpen deze motiverende vlagverering aan populariteit. Geen land waar je zoveel nationale vlaggen en vlaggetjes ziet als Amerika. Vandaar dat Amerikahaters bij voorkeur de vlag verbranden, want dat doet echt pijn.

Via een reclamecampagne blijk ik dus uit te komen op een wereldprobleem. Wij tegen zij. Geen mens is vrij. We zitten allemaal in een schuitje en sommigen slaan om en verdrinken. Oorlog en vrede, Tolstoj probeerde in zijn latere leven – nadat hij zijn hedonistische jeugdgedrag van zich wierp – het groepsdenken te doorbreken en als graaf op te trekken met landarbeiders. Maar het lukt zelfs grote schrijvers en filmers niet om ons te bevrijden uit onze bevooroordeelde breinen. Het blijft Wij tegen Zij. Want Zij worden nooit Wij.

 

Gepost in Column Oerlemans, Home | Getagged , , , | Plaats een reactie

Recensies en gesignaleerd in de Volkskrant: ‘De mooie mond van Bobby Cespedes en andere verhalen’, Ulises Segura

«Bijzonder goed geschreven verhalen.» – André Oyen, Ansiel, 7-6-2016

De kleurrijke verhalen van Ulises Segura hebben stuk voor stuk een universeel karakter en situeren zich in verschillende uithoeken van de aardbol en evenzeer in fictieve plaatsen. Van de duinen van Oostende, naamloze dorpen in Noord-Afrika, Londense parken en appartementen, een woestijnversie van Andalusië en de cabine van de eerste bemande Marsraket. Zijn personages dwalen allen in een wereld die hen kwetst, maar die hen ook immuun maakt voor harde en soms zelfs genadeloze klappen. Ondanks hun confrontaties met de eindigheid der dingen raken ze hun levenslust niet kwijt, want ze hebben jeugdherinneringen in hun hoofd, en oude vrienden, films, onsterfelijke liedjes, voorgoed opbloeiende liefdes en ze putten troost uit herinneringen en visioenen. Deze verhalenbundel is een veelkleurig snoer van bijzonder goed geschreven verhalen.
Lees hier de recensie.

 

«Wie zo vaak een lezer op het puntje van zijn stoel krijgt, is met recht een grote belofte.» – Ezra de Haan

Over ‘De mooie mond van Bobby Cespedes en andere verhalen’ van Ulises Segura op Literatuurplein, Uitgeverij in de Knipscheer, 6 juni 2016:
‘De mooie mond van Bobby Cespedes en andere verhalen’ is het debuut van Ulises Segura (1973), het pseudoniem waarvoor een in Aalst geboren jurist en verhalenverteller koos. Zijn ouders hebben Franse en Spaanse roots en wellicht is dat mede de reden dat zijn proza allesbehalve Vlaams overkomt. (…) De wereld die Segura je in zijn korte verhalen voorschotelt is uniek. (…) Zo merkt iemand dat ze, wanneer ze honger heeft of weinig heeft geslapen, makkelijker verdwijnt. Op zich al bijzonder genoeg zou je zo denken. Maar Segura kan het niet laten om ook nog eens te beschrijven wat de gevolgen daarvan zijn. (…) Knap aan Segura’s schrijven is dat je het accepteert. (…) Het verhaal ‘Winter van ongenoegen’ sprak mij het meest aan. (…) In dit verhaal struikel je over mooie zinnen en passages. (…) Kwalitatief is dit verhaal vergelijkbaar met de roman Lord of the Flies (Heer van de vliegen) van Golding. Zelden zie je kindertaal- en gedachten zo goed weergegeven. (…) Ulises Segura weet wat spannend schrijven is.
Lees hier de recensie.

 

«Armando probeert er de moed in te houden.»

In de Volkskrant van 28 mei 2016:
De gescheiden Armando die ook zijn baan kwijt is, rijdt met de 16-jarige Naomi in een gestolen Saab in enkele dagen naar Cadis en dan wellicht Marokko. ‘Laten we niet somber zijn,’ probeert Armando er de moed in te houden, maar de tekenen zijn zo ongunstig, in het verhaal ‘De eindeloze zomer’ van debutant Ulises Sigura opgenomen in ‘De mooie mond van Bobby Cespedes en andere verhalen’. Achter de exotische schrijversnaam zit een Vlaamse jurist met als geboortejaar 1973.

BoekUlisesSegura

Gepost in Extaze-reeks, Home | Getagged , , , , , , , , , , , , , , , , | Plaats een reactie

Mohammed Ali, door Manuel Kneepkens

Het gelaat hard als een helm
over het zwart van zijn angst
verraden hem de littekens van z’n ogen

een met huid omklede man van protest
toch is er geen keus dan deze, de Geschondene

halfnaakt
in de glans van z’n zweet

In al z’n shuffles van gespierde taal
als eens Jezus de Timmerman

in de voorhof van de tempel
van Amerika

met z’n linkse directe! Pats! Boem!
op de Andere Wang…

(O, dat Knock-Out-
woord
diep in ons:

P o ë z i e .. .)

O, Cassius Clay!

O, Bokser, Mensenzoon van de VS!

Gepost in Home, Poëzie | Plaats een reactie

Het winnende verhaal is… ‘Dennenorchis’ van Else de Jonge

Literatuurprogramma WOORD in Het Nutshuis in Den Haag op 28 mei 2016

Uit de vele inzendingen voor het open podium werden twee verhalen van veelbelovende schrijvers geselecteerd. De 22-jarige Ezra Hakze, die in het eerste jaar zit van de Schrijversvakschool en Nederlands studeert in Amsterdam, droeg haar verhaal ‘Wekker’ voor. Doeke Fennema, die als dichter veelvuldig van zich liet horen in het circuit van de Poetry Slams en op dit moment studeert aan de Schrijversvakschool, besteeg het podium met zijn verhaal ‘IJzeren oogst’. Samen met de zes deelnemers aan de speeddates maakten Ezra en Doeke kans op een publicatie in het literaire tijdschrift Extaze. Tegen het einde van het programma maakte tijdschriftmedewerker Mischa van den Brandhof de winnaar bekend.
Hieronder het juryrapport uitgesproken op 28 mei 2016 j.l.:

De inzendingen voor WOORD zijn rijkgeschakeerde verhalen, die ons meevoerden van Texel tot aan Vlaanderen, van het fietsenhok naar het pleintje om de hoek, van een niet-uitgekomen kinderwens tot de ontreddering van ouderdom, van je verschuilen in een berenpak tot gewoon naar huis willen.

Voor ik de winnaar bekend maak, een bemoedigend woord aan de schrijvers. Wat zijn jullie dapper dat je mee gedaan hebt! En ga door! In de woorden van Virgina Woolf: So long as you write what you wish to write, that is all that matters; and whether it matters for ages or only for hours, nobody can say*.

Fictie, in tegenstelling tot non-fictie, is niet feitelijk waar. Toch moet een verhaal echt zijn, authentiek zijn. Een goed verhaal is niet ‘verzonnen’, maar kenmerkt zich door een eenheid, realiteit, en waarheid in de beschrijvingen. Het heeft diepere emotionele lagen, waarop de lezer meevribreert.

Het winnende verhaal is… Dennenorchis van Else de Jonge. Het is een helder geschreven verhaal over een zachte, tedere jongen in een harde wereld. Onder het simpele taalgebruik gaat een rijke belevingswereld schuil, die gedeeltelijk in het verscholene blijft. Het heeft ritme. Het stille verdriet ervan ontroert.

Dennenorchis zal gepubliceerd worden in een van de volgende nummers van Extaze, uitgegeven door Uitgeverij In de Knipscheer. Gefeliciteerd, Else!

Mischa van den Brandhof

* A room of One’s Own,1929

 

Gepost in Home | Getagged , , , , , , , , , , | Plaats een reactie

Extaze-reeks 1 gelanceerd

Op zaterdag 21 mei is het prozadebuut De mooie mond van Bobby Cespedes en andere verhalen (Uitgeverij In de Knipscheer) van de Vlaming Ulises Segura in de mooie Boekhandel Douwes Den Haag gepresenteerd. Onder de bezoekers een afgevaardigde van de Belgische Ambassade. Hieronder een impressie. Foto’s: Anneke Ruys.

 

Gepost in Extaze-reeks, Home | Getagged , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | Plaats een reactie

Het nieuwe nummer: ‘Water-Zee’

Een dubbelnummer, gedrapeerd rond coverE17-18Een (on)mogelijke reisgenoot, een poème fleuve van Theo van der Wacht

Met o.a. het prachtige essay ‘De intimiteit van water en het water van de intimiteit’ van René ten Bos, winnaar Socrates Wisselbeker 2016. Verder essays, korte verhalen en gedichten. De tekeningen en schilderijen in dit nummer zijn van Ronnie Krepel.

Het nummer kunt u hier bestellen.

Gepost in Geen categorie | Getagged , , , , , | Plaats een reactie

Extaze start Extaze-reeks

Op zaterdag 21 mei a.s. zal in de Haagse boekhandel Douwes
een bijzonder debuut ten doop worden gehouden:

De mooie mond van Bobby Cespedes en andere verhalen
van Ulises Segura

tevens de eerste uitgave in de Extaze-reeks,
een serie debuten van talentvolle auteurs die eerder in
het literaire tijdschrift publiceerden.
Aanvang: 15.30 uur.

Cover Ulises Segura

In het kleurrijke proza van Ulises Segura (Aalst 1973) is de wereld
geen barmhartige omgeving, maar een chaotisch en vaak dreigend niemandsland,
waarin je zonder metgezel algauw verloren raakt of je moet voldoende troost
uit je herinneringen en je visoenen kunnen putten. De weemoedige ontheemden
in de zes verhalen van Segura zijn er meesters in. Op een ingetogen manier
leidt hij de lezer binnen in een fascinerende, soms bijna magisch-realistische werkelijkheid, waarvan het decor afwisselend gevormd wordt door de duinen
van Oostende, naamloze dorpen in Noord-Afrika, Londense parken en
appartementen, een woestijnversie van Andalusië en de cabine
van de eerste bemande Marsraket.Extaze-reeksProgramma 21 mei:
Introductie Extaze-reeks nr. 1
Interview met de auteur en een korte voordracht
Overhandiging eerste exemplaar
Muziekfragmenten uitgezocht door Ulises Segura

Boekhandel Douwes, Herengracht 60
https://goo.gl/maps/ucApvW259wB2

logo Extaze-reeks

IN DE KNIPSCHEER

Gepost in Extaze-reeks, Home | Getagged , , , , , , , , , , , , | Plaats een reactie

Duivelskunstenaar en de seksuele context, door Christian oerlemans

Zelfs na de autopsie is nog niet duidelijk waarom Prince die noodlanding heeft gemaakt.Sinds de jaren tachtig heb ik niet zoveel gezien en gehoord over Prince. Uiteraard weer gekeken, naar zijn films, zijn shows. Show is eigenlijk een te gering woord voor de manifestaties van deze tengere kleine man met het grote muzikale talent, een duivelskunstenaar die zich omringde met meiden die het vrouwzijn konden overstijgen Verder zeg ik er niets over, nou ja, toch een paar dingetjes. Afgezien van zijn handige verlegenheid in interviews en de onschuldige uitdrukking in zijn Bambi-ogen, heb ik toch twee piekerpunten: Ten eerste dat een dagblad dat ik zelf niet lees, blijkbaar meteen de oorzaak weet (drugs!!). Ten tweede dat er hier en daar terloops melding van wordt gemaakt dat Prince lid was van de Zevende-dags Adventisten (geen drugs!!).
Intrigerend. His Royal Badness maakte duivelse shows, beladen met ongegeneerde erotiek. Vraag ik mij af hoe dit te rijmen valt met zijn religie. Ik citeer een paar zinsneden uit de 28 geloofspunten: “voldoende lichaamsbeweging (haha zelden iemand gezien die zó kon bewegen), gezond eten, geen onrein voedsel, en omdat alcoholische dranken, tabak en het onverantwoordelijk gebruik van medicijnen en verdovende middelen schadelijk zijn voor het lichaam, behoren wij ons daarvan te onthouden.”
Let op het woord ‘onverantwoordelijk’.
Voorts: “ontspanning en vrijetijdsbesteding moeten voldoen aan de hoogste normen van christelijke smaak en schoonheid. In culturele verscheidenheid hoort onze kleding eenvoudig, bescheiden en netjes te zijn, zoals het past bij mensen van wie schoonheid niet bestaat uit uiterlijke versierselen, maar uit een zachtaardige en stille geest die niet kan vergaan.”
Onhandige regels lijkt mij, voor deze performer die leek te zijn opgebouwd uit versierselen. Vraag is, heeft Prince ons een spiegel willen voorhouden? Een confrontatie wellicht? Ik lees dat hij niet alleen lid was van de Zevende-dags Adventisten, maar deze leer ook uitdroeg en verkondigde. Over zoiets kan ik echt even piekeren. Misschien was hij op aarde gezonden om ons te waarschuwen, was hij een van de rechtvaardige zielen die straks, voor de eerste wederopstanding, als een engel zal verschijnen aan de vooravond van het duizendjarige rijk, zingend
“Black day, stormy night, no love, no hope in sight, don’t cry, he is coming, don’t die without knowing the cross”. Uit Sign  the Times.
Je kunt het niet over Prince hebben zonder aan vrouwen te denken. Zelden een mooiere drummer gezien: de famous Sheila E (Escovedo), de drumgodin. Niet alleen drummen kan ze, maar ook dansen en zingen en haar lijf gebruiken. Terwijl ik dit schrijf heb ik haar op ‘YouTube’ en het valt niet mee om mijn aandacht erbij te houden, want de combinatie van vrouwelijkheid en zoveel heftigheid op de percussion die tot heden – in mijn beleving – aan mannen was voorbehouden, zet mij voor ik het weet weer aan het piekeren. Wat willen vrouwen eigenlijk? Anders gezegd: hoe zíjn vrouwen eigenlijk? Of nog anders gezegd: wat denken mannen eigenlijk dat vrouwen zijn, afgezien van ook een mens. Borsten, jazeker, benen ook, billen, heupen, lippen, grote ogen, enfin de fysiek die we – sigh of the times? – dagelijks krijgen voorgeschoteld. Niet op de ouderwetse pin-up manier, maar gewoon in dagelijks gedoe. Naveltruitjes, (te) korte broekjes en erger nog rokjes, daar waar de toegemeten fysiek er vaak niet om vraagt. Waarom doen die meisjes dat? Omdat ze het zien in de videoclips, waar het leven draait om girls en boys en love en sex. Ja, Prince dus weer: LoveSex. Natuurlijk roept dit ook weerstanden op. Zoals de anti-beweging vanuit religie, waarbij mannen hun vrouwen opsluiten in huis en allesbedekkende kleding voorschrijven. Tevens ergeren feministes zich eraan; hebben we daar in de vorige eeuw zo hard voor gevochten? Er was een vrouwenfeest op het Amsterdam University College, een internationaal op bèta wetenschappen gericht ‘college’ (samenwerking van de VU en de UvA in Amsterdam). Het was een body-positivity feest waar topless kon worden feestgevierd. Alle remmingen los dus. Maar zonder mannen. Het feest was een initiatief van het feministisch comité van deze campus, waarmee blote borsten uit de seksuele context zouden worden gehaald. Uh? En Beyoncé dan? Zie haar nieuwe DVD ‘Lemonade’, hoe feministisch kun je zijn met je borsten in zicht en je lijf op volle sterkte. De moderne vrouw is toch juist stoer en sexy tegelijk? Bovendien, bloot slaat dood zei mijn moeder altijd. Tantes gaven de baby de blote borst, waartoe ze dit lichaamsdeel pontificaal uit hun bloemetjesjurk wipten. In de jaren ’70 van de vorige eeuw waren er zoveel blote borsten op de stranden dat de seksuele context geheel verloren ging. Ik bedoel maar. Wat bedoelen vrouwen eigenlijk? In de kledingmode beweegt de trend zich naar ruimvallend, bedekkend en casual, de pyamalook komt terug en zwempakken verdrijven de bikini’s. Onder invloed waarvan, of van wie? Ondertussen bewegen jonge meisjes zich navelvrij op school. Op alle scholen? Ho ho zeker niet! Op het Kandinsky College in Nijmegen zijn ze alweer op de weg terug (of vooruit) en moeten de meisjes niet alleen hun buik inclusief navel bedekken, maar ook hun blote schouders! En dit ook tijdens de gymlessen, waar zij zich soepel leren bewegen, zodat ze misschien later wel ontdekt worden als showdanseres.

naveltruitje

 

 

Gepost in Column Oerlemans | Getagged , , , | Plaats een reactie

Terugblik Extaze in de Houtrustkerk

14 april 2016, presentatie Extaze 17/18: ‘Water-Zee’
Foto’s: Eric de Vries

Gepost in Home | Plaats een reactie

René ten Bos wint Socrates Wisselbeker 2016

De Socratesbeker 2016 gaat naar René ten Bos voor zijn boek: Bureaucratie is een inktvis, (uitgeverij Boom, 2015). De Socratesbeker wordt ieder jaar uitgereikt aan de auteur van het meest urgente, oorspronkelijke en prikkelende Nederlandstalige filosofieboek dat in het voorafgaande jaar verscheen.

Donderdagavond 14 april was hij te gast bij Extaze in de Houtrustkerk, n.a.v. zijn geweldige essay: De intimiteit van water en het water van de intimiteit in de nieuwe Extaze nr. 17/18.
René ten Bos gefeliciteerd!

 

Gepost in Home | Plaats een reactie

Uitnodiging boekpresentatie Theo Monkhorst

Zondagmiddag 24 april 2016 vindt van 15.00 tot 16.30 uur in de foyer van
Theater aan het Spui de presentatie plaats van

Theo Monkhorst De blijmoedige leugenaar

De blijmoedige leugenaar speelt in Den Haag waar een heftige publieke discussie ontbrandt over de bouw van een kostbaar cultuurpaleis. De wethouder wordt vermoord en schrijft in de hemel zijn herinneringen aan deze tumultueuze periode. Tot het einde blijft de vraag wie de moord pleegde onbeantwoord: het volk of de elite?
Het eerste exemplaar zal worden uitgereikt aan wethouder Joris Wijsmuller.

Uitnodiging Blijmoedige leugenaar

 

 

 

 

 

 

 

KNIPSCHEER

______________________________________________________________

Gepost in Home | Getagged , , , , | Plaats een reactie

Nieuw (dubbel!)nummer Extaze

Extaze 17/18: ‘Water-Zee’.
Donderdagavond 14 april werd het nummer gepresenteerd tijdens
Extaze in de Houtrustkerk. Een bijzonder programma in een bijzondere entourage
met veel muziek, gedichten, voordrachten en films van: René ten Bos, Laurence Fish, Pieter van den Broeke, Frans Friederich, Ada Fesevur, Wim Noordhoek,
Miek Zwamborn en Trespassers W (Frank van den Bos, Ronnie Krepel,
Frans Friederich, Cor Gout)
.

B E S T E L L E N

coverE17-18Water-Zee

Een dubbelnummer, gedrapeerd rond Een (on)mogelijke reisgenoot,
een poème fleuve van Theo van der Wacht

ESSAYS
René ten Bos volgt Peter Trawney en François Jullien in hun visie dat het water 
zich op bijzondere wijze tot intimiteit verhoudt en dat de ervaring van intimiteit bij 
twee mensen er een van indifferentie is, dat wil zeggen dat in hun relatie de verschillen 
doorlatend (vloeiend) zijn geworden. Gedwee volgt hij hun theorieën echter niet.
Marcel Poorthuis onderzoekt de stelling van de voorsocratische denker 
Thales van Milete dat water aan alles ten grondslag ligt. De verbondenheid van de mens met de wereld vanuit een soort oerprincipe impliceert een deelname aan de geschiedenis vanuit verantwoordelijkheid.
Ad Zuiderent toont aan hoe belangrijk de rol van de zee en het strand is in het werk van Gerrit Krol, hoe ze de motor van zijn gedachten vormen, concreet en abstract.
Arie Pos maakt in zijn essay over J. Slauerhoff duidelijk dat een groot deel van diens werk onverbrekelijk verbonden is met zijn zwerflust en zijn fascinatie voor de zee.

ARCHIEF
Gedichten van Bernardo Ashetu, ingeleid door Klaas de Groot
Gedichten van J. Slauerhoff

KORTE VERHALEN
Kolja Aertgeest
Mark Baltser
Tim Dankers
Bram Esser
Hein van der Hoeven
Wim Hofman
Christien Kok
Felix Monter
Wim Noordhoek
Christian Oerlemans
Rob Verschuren

GEDICHTEN
Felix Monter
Herman Rohaert
Brigitte Spiegeler
Harry Vaandrager
Gerrit Vennema
Theo van der Wacht
Miek Zwamborn

BEELD
Ronnie Krepel

Gepost in Home | Getagged , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | Plaats een reactie

Wim Brands (1959–2016) en de roep van de zee

Wim Brands tijdens Extaze in Pulchri

Wim Brands, 31 januari 2013, Extaze in Pulchri. Foto: Annemieke Vink

Bij iedere ontmoeting met hem was er de wederzijdse blik van herkenning. Herkenning van waar we voor stonden. En waar we een enkele keer samen aan hadden gewerkt, bij de VPRO-radio en later bij literaire ontmoetingen.

Op 15 december 2015 nodigde ik hem uit een bijdrage te leveren aan het Zee/water-nummer van Extaze. Ik wist dat ‘zee’ een van zijn thema’s was. Of meer precies: de roep van de zee.

In de haven lag een schip, met aan de reling
Een dikke man die een aria zong.

Hij luisterde naar het ongekende
En rende zielsgelukkig naar huis –

Bezocht nadien tijdens verloven
In het buitenland avond na
Avond opera’s –

Een liefhebber werd hij niet.
Avond na avond wachtte
Hij op dat lied

(uit: Wim Brands, ‘s Middags zwem ik in de Noordzee)

Waarom heb ik die roep wel in zijn gedichten gehoord en niet in het volle leven? Signalen waren er in voldoende mate geweest.

Een week na mijn verzoek voor een bijdrage aan het Zee/water-nummer, kwam zijn toezegging:

‘Ik wil graag schrijven over de zee. Over de eerste keer dat ik de zee zag, over het moment dat ik niet ver van Den Haag, tien jaar oud, door de duinen liep, en wist dat ik binnen enkele minuten dan eindelijk de zee zou zien – dat wond me op – maar wat zou ik gaan zien? Het was alsof ik van niet-zijn naar zijn ging – dit is lelijk geformuleerd, voor jou zoek ik graag de juiste woorden.’

In januari van dit jaar moest ik hem aan zijn toezegging herinneren. Hij reageerde als volgt:

‘De zee toch?’

Ja, de zee. Maar de communicatie bevreemdde mij. Meestal stuurde Wim zijn bijdragen binnen twee weken naar ons op. Altijd gretig om te publiceren, zeker over onderwerpen die hij als ‘de zijne’ beschouwde. De bijdrage is nooit gekomen.

In februari interviewde Wim Roel Bentz van den Berg voor het VPRO-tv-programma Boeken. Onderwerp van gesprek was Roel’s recent verschenen roman Het naderen van een brug, waarin zaken als dood, rouw, ordening van een afgesloten liefdesleven en de versmelting van een enkele ziel (van de overledene) met het totale zielenleven aan de orde komen. Thema’s die er in het gesprek niet lichter op werden toen Wim ze in verband bracht met (de verwerking van) de dood van Roel’s vader, de acteur Han Bentz
van den Berg.
Al kijkend en vooral luisterend, kreeg ik de indruk dat Roel steeds meer in zijn zelf geschapen en tijdens het gesprek opgeroepen dodenwereld verzonk.

Op 14 februari mailde ik Wim:

‘Je weet, ik heb veel met Roel gewerkt (VPRO). Er was iets. De rust in zijn stem is weg.’

Het antwoord kwam diezelfde dag.

‘Kende mijn stem wel rust?’

Eind maart, nadat ik had gehoord dat Wim tijdelijk was gestopt met de presentatie van Boeken, stuurde ik hem een mail om te informeren naar zijn gezondheid.
Er kwam geen antwoord.

Ook de betekenis van dit laatste, oorverdovend stille signaal ontging me.

Mijn liefde voor haar begon als een geloof.
Ze was er op een dag, daarna volgden
bedremmeld de redenen:

haar licht loensende ogen, hoe ze sprak
‘Nee, ‘s middags zwem ik in de Noordzee.’

Hoe in dat water haar armen nauwelijks
bewogen. Eenvoudig. Achteraf is alles
altijd eenvoudig.

(uit: Wim Brands, ‘s Middags zwem ik in de Noordzee)

(cg)

 

Gepost in Home | Getagged , , , , , , , , , , , , | 1 Reactie

Het immuunsysteem, door Christian Oerlemans

Het is fascinerend om avonturen te beleven in je eigen hoofd. Ik bedoel niet echt dromen, hoewel dat ook interessant is. (Laatst reed ik met twee gedroomde vrienden in een gedroomde Bentley met twéé turbo’s, het ging zo hard dat het eng was en voor die tweede extra turbo was er een lelijk zwart kastje in het mooie dashboard gemaakt. Schoonheid opgeofferd aan kracht. Dat zie je jammer genoeg ook wel eens bij sportvrouwen.)
Nee, ik bedoel in trance voor je uit staren terwijl de chaos het overneemt in je denkwereld. Ideeën en associaties buitelen over elkaar heen en als je een vast punt kiest in het oog van deze cycloon, een  probleem waarvoor je een oplossing zoekt bijvoorbeeld, of een onderwerp waarover je dagelijks struikelt, of een keuze die levensbepalend is, dan werkt dit vaak heel openbarend.
In mijn geval ging het – of gaat het – over ons immuunsysteem. Ik lees dat in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) een onderzoek loopt naar kankerbestrijding door maatwerk in immuuntherapie. Omdat ik een van die mannen ben met prostaatkanker – elk jaar ca. 10.000 nieuwe gevallen – interesseert mij dit. Het is de meest voorkomende kanker bij mannen boven de vijftig. Zoals bekend – of niet – heb ik er een boekje over geschreven getiteld ‘MANNEN, je sluipmoordenaar heet testosteron’ met een mooi voorwoord van de hoogste urologiebaas in het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis, professor Simon Horenblas. In de pers werd het omschreven als hilarisch en tegelijk bloedserieus. Je maakt wat mee in een ziekenhuis, maar dit terzijde. Boekje is trouwens te koop voor 14 euro bij de (internet)boekhandel.
De immuuntherapie dus. Het probleem is dat tumorcellen zich vermommen als gewone cellen, zodat ons immuunsysteem ze niet herkent. Worden afwijkingen wél herkend, dan formeert ons immuunsysteem meteen een enorm leger T-cellen die schoonmaken en opruimen. Waar ze in Leiden mee bezig zijn is dan ook het herkenbaar maken – door mutaties in DNA-strengen – van tumorcellen, zodat we die zelf met ons immuunsysteem opruimen.Tot zover de medische kant.
Al dagdromend brengt dit verhaal van die niet herkenbare cellen en een afwachtend of niet reagerend afweersysteem mij tot Brussel, bijvoorbeeld. Overal in de wereld ontstaan tumorcellen die we niet herkennen omdat ze bestaan uit gewone onopvallende mensen. We noemen het terreurcellen. Pas als die groot en ontwrichtend daadkrachtig worden, herkennen wij ze en wordt er geopereerd. Overigens niet altijd met succes, zeker niet in België.
Het is dus belangrijk – om de metafoor door te trekken – om die voor de gezondheid van de mensheid gevaarlijke cellen in een vroeg stadium herkenbaar te maken, zodat wij ze tijdig kunnen aanpakken. De herkenbaarheid is hier het probleem, net als bij onze tumorcellen. Pas als het gezwel zich openbaart, gaan (kunnen) we aan de slag. Te laat vaak.
Het schijnt dat er hier en daar in een vroeg stadium heus wel cellen herkend worden. Soms lopen ze gewoon op straat, in woonwijken, of ze kopen liters aceton via het internet. Geheime Diensten weten dit wel, maar ze zijn zo achterdochtig ten opzichte van elkaar, dat ze hun geheimen niet of nauwelijks delen. Het zijn natuurlijk ook maar mensen.
Na de gruwelijkheden op vliegveld Zaventem, vlogen wij een dag later van Faro naar Schiphol. Vrienden zeiden: ga maar vroeg naar de luchthaven, want het zal wel een gekkenhuis zijn, met controles overal. Maar nee hoor, op Faro alles normaal en gezellig en bij aankomst op Schiphol ook niks aan de hand. Wel in de aankomsthal enorme rijen bij de treinkaartjes automaten. De trein? Ja, Maalbeek natuurlijk. Is een treinstation gevaarlijker dan een luchthaven? Mijn God we weten het niet meer. En ondertussen is Johan Cruijff overleden. Voetbal is simpel, maar het is moeilijk om simpel te voetballen. Confuciaans als je voetbal door ‘leven’ vervangt. Jammer dat alleen Hollanders en Catalanen hem zo kennen.
Laatst had ik een verdacht plekje op mijn huid, waarvan de huidarts zei dat het wellicht een begin van een tumor kon zijn… nader onderzoek was nodig, maar het bleek alsnog goedaardig. Nog wel. Zo zijn er op de wereld overal verdachte plekjes. Eerst herkennen we ze niet, dan ontkennen we ze vaak, dan blijken ze minder goedaardig dan we dachten en uiteindelijk blijken ze dodelijk.
Mijn scheikundeleraar zei altijd dat het universum bestaat uit bollen die om elkaar heen draaien en dat je deze gedachte kunt doortrekken tot in de structuren van alles wat bestaat, ook het menselijk lichaam. Wie weet – zei hij – wat er allemaal in ons aan werelden bestaat en wie daar allemaal leven. Als jongen vond ik dit een mooie gedachte want het relativeert alles tot het uiterste. De mens, de mensheid, het universum.
Scheikunde was mijn lievelingsvak; in een laboratorium kun je de loop der dingen veranderen.

Gepost in Column Oerlemans | Getagged , , | Plaats een reactie

Beeldgedicht: ‘Zo’n fluisterwit vermoeden’, Tania Verhelst

Meer beeldgedichten van Tania Verhelst

Gepost in Poëzie | Getagged , , , , | Plaats een reactie

14 april, Extaze in de Houtrustkerk

Presentatie van het dubbelnummer, Extaze 17/18: ‘Water-Zee’

Extaze in de Houtrustkerk

Alleen tijdens de presentatie
dubbelnummer Extaze 17/18 te koop voor € 25,00

14 april, Extaze in de Houtrustkerk

Gepost in Home | Getagged , , , , , , , , , , | Plaats een reactie

Hoe je het opschrijft, door Theo van der Wacht

De oude heer herkent ons niet meer. Geen wonder na al die jaren. Meer dan zestig tussen vandaag en dat ‘schoon uitzicht’ op het Rijndal in die zomerse tuin van weleer. Dat ging overigens niet meteen van harte. Oorzaak, het tentje dat wij ‘s avonds bij maanlicht hadden opgezet, onder de rustieke kastanjeboom, naast het ogenschijnlijk onbewoonde huis. Maar als de knorrige bewoner hoort dat we uit Holland komen, bindt hij meteen in en schakelt vlot over op een soepele conversatie. In vogelvlucht verkondigt hij ons zijn rijkdom aan opvattingen en ideeën, variërend van de Politionele Acties in voormalig Nederlands Indië tot de gruwelen die door het Nazidom werden gepleegd. En waren ook wij, jongens, fietsend langs de Rijn, de afgelopen dagen niet getuige geweest van de puinhopen in steden als Keulen en Mainz? En sneuvelde er niet onlangs een neef van mij als dienstplichtig soldaat in dat Indië van ‘ons?

‘Mijn naam is Dekker. Thee?’ Onder het nuttigen van een beschuitje vroeg hij ons of we op school de Havelaar al hadden gelezen. Nee, dat hadden we niet, en hij gelaste ons daar gauw wat aan te doen, hij had ergens nog wel een presentexemplaar. Reve? Mulisch? Nee, die zeiden hem weinig, maar had zekere Hermans laatst niet een aardig stukje over hem in de krant geschreven? – Nadat wij dat hadden beaamd, mocht ons tentje blijven staan. Van de marken die wij dat weekje in Ingelheim met puinruimen verdienden, kochten we een Kuchen, waarop we hem dankbaar tracteerden.

Nee, hij herkent mij niet meer. En ik zijn huis niet, dat is namelijk tot hotel verbouwd. Mijnheer Dekker zelf is hooguit een tikkeltje verbleekt. Deze reis vergezelt mijn vriend Willem mij. Als groot ‘Indië-kenner’ wou ik hem er dolgraag bij hebben. Aan de bar vertellen we de heer Dekker de reden van onze komst. Die toont zich eerder verongelijkt dan verbaasd: ‘Waarom niet eerder langsgekomen? Maar weet heren, ik ben nogal ouderwets, iets als een smartphone zul je bij mij niet aantreffen.’ Maar of we zijn laatste publicatie al kenden, ‘Over Vryen-Arbeid voor Asielzoekers’? Ook over ‘Wir schaffen das’, heeft hij al een artikel geschreven, ‘Tapfer Deutschland verricht netjes zijn humanitaire verplichtingen.’

Maar nu dan het antwoord op jullie vraag:

‘Over mijn Havelaar las ik laatst, dat men die als verplichte leerstof op de middelbare school wil afschaffen. Dat heeft vast te maken met de jeugd van tegenwoordig, die zelfs na vijftien jaar onderwijs geen goed Nederlands kan schrijven, en dus ook minder goed kan lezen.Terwijl aan de andere kant de boekenmarkt overspoeld wordt met romannetjes.

Er bestaan nu zelfs schrijversvakscholen, en er worden, las ik laatst, vele keren meer gedichten geschreven dan “God kan lezen”. Heren, waar zit dat in? Dat mìjn woordkeus, zinsbouw en stijl zouden zijn verouderd, lijkt me nogal gezocht. Die opvatting getuigt eerder van gemakzucht. Want over de inhoud worden we het gauw eens, die is immers van alle tijden. Droogstoppel “doet” nog altijd in koffie, en roeren in een plastic bekertje met oploskoffie kan soms al genoeg zijn voor een meesterwerk, het ligt er alleen maar aan hoe je het opschrijft…’

Gepost in Geen categorie | Plaats een reactie

Den Haag, Celebesstraat door Manuel Kneepkens

 

Bij het overlijden van de schrijver
van de ‘Excessennota’*

Haagse Liefste, zo Eline

Zie, vanuit de tempo doeloe-pracht
van je kantjil ogenpaar
_ o, Saidjah, o, Adinda!_
heupwiegen
aan

Zilver(rijst)vogels

gebatikte herinneringen
aan
Radio Bandoeng

in het kwetterend geboomte van het Lange Voorhout

(“Wat klinkt er vreedzamer smaragd

dan de Accoorden van Linggadjati?”)

Insulindische, pronkend met je haarwrong
nachtzwart, onder Couperus’ maan
je schoot als een Melatti-bloem

als jij mij verlaat
_een desolate Westerling _
begint dan in kampongs
vol vergeten vermoorden

het Regenseizoen?
 
* Cees Fasseur (1938-2016) auteur van de Excessennota over de oorlogsmisdaden in vh Nederlands-Indië

Gepost in Poëzie | Plaats een reactie

Het winnende verhaal van Heidi Koren in Extaze 19

WOORD is een literatuurprogramma geïnitieerd en georganiseerd door het Nutshuis in Den Haag. Het open podium en de speeddates van 5 maart j.l. hebben zeven korte verhalen opgeleverd, die alle, interessante onderwerpen behandelden. Bij de keuze voor het beste verhaal heeft naast het belang van het verhaalonderwerp de manier waarop het verhaal was verteld een grote rol gespeeld. Dat leidde tot het volgende rapport:

‘Het winnende verhaal, Zonlicht op de motorkap van Heidi Koren, is een rauw verhaal dat adequaat en met onderkoelde humor wordt verteld in een functionele stijl en in een goed tempo. De verhaallijn ontvouwt zich verrassend’. De redactie zal Heidi Koren’s korte verhaal plaatsen in Extaze 19 (oktober 2016).

Gepost in Home | Getagged , , , , , , | Plaats een reactie