Paagman: Joke van Leeuwen

Zondag 24 november is AKO-Literatuurprijswinnares Joke van Leeuwen om 13:00 uur te gast. Naar aanleiding van haar winnende boek Feest van het begin wordt zij geïnterviewd door literair journalist Maarten Dessing. Uiteraard komen ook haar andere boeken aan bod. Aansluitend zal zij signeren.

Gepost in Events, Geen categorie | Plaats een reactie

Salon: Hans Spit nodigt u uit

Paul Beers over Marsman en Nijhoff.Een voordrachtsprogramma van de performer, vertaler en essayist Paul Beers.Tevens de presentatie van een viertal boekjes van zijn hand over onder anderen Hans Andreus en Witold Gombrowicz.

Gepost in Events, Geen categorie | Plaats een reactie

Salon: Hans Spit nodigt uit

Willem Otterspeer, die spreekt over de Mislukkingskunstenaar: deel 1 van de langverwachte W.F. Hermans biografie (1921-1952 ), die vanaf 28 november in de winkel ligt.

Gepost in Events, Geen categorie | Plaats een reactie

Salon: Hans Spit nodigt u uit

Met Lloyd Haft  dichter, vertaler en sinoloog.
Lloyd werd geboren in Wisconsin (USA) en kwam op tweeëntwintigjarige leeftijd naar Nederland. Lange tijd doceerde hij Chinese taal en letterkunde aan de Universiteit van Leiden. Voor zijn meest succesvolle bundel De Psalmen, voor het eerst verschenen in 2003, ontving hij in 2004 de Ida Gerhardt Poëzieprijs. Al eerder, in 1993, mocht hij voor zijn bundel Atlantis de Jan Campert-prijs in ontvangst nemen.
Nico Keuning, neerlandicus, biograaf en uitgever. Van zijn hand verschenen biografieën over Jan Arends (Angst voor de winter, 2003) en Bob den Uyl (Een zeker onbehagen, 2008, twee jaar later bekroond met de Mr. J. Dultilh-prijs). Met veel enthousiasme en kennis van zaken drijft hij de kleine, zelfstandige uitgeverij Rerservaat, die bekend staat om zijn mooi vormgegeven boekjes in kleine oplages.
Benien van Berkel, biografe, historica en theater-marketeer.
Dit jaar verscheen de handelseditie van haar dissertatie (2012) Tobie Goedewaagen (1895-1980). Een onverbeterlijke nationaalsocialist. Benien zal dit boek inleiden en vervolgens met de zaal in discussie gaan over Goedewaagen en zijn omstreden levenswandel.
De boeken van de sprekers zijn in de zaal te koop evenals talloze actuele uitgaven

Gepost in Events, Geen categorie | Plaats een reactie

Paagman: Bart Chabot

Bart Chabot. Naar aanleiding van zijn eerste roman Triggerhappy wordt hij geïnterviewd door Yvonne Keuls. Aansluitend signeert hij. Triggerhappy

Gepost in Events, Geen categorie | Plaats een reactie

Silent Cacophony (Stilte tijdens de storm)

performances, poëzie, muziek en verhalen op verschillende locaties

O
p 11 november –Remembrance Day- worden in Engeland de slachtoffers van de Eerste en Tweede Wereldoorlog herdacht. Gedurende deze dag vinden er optredens plaats op meer dan 30 locaties in Londen, Brighton, Nederland, Frankrijk, Libanon en in de Verenigde Staten onder de naam Silent Cacophony.

Silent Cacophony gebruikt de locaties van V2- en Zeppelinaanvallen (Eerste Wereldoorlog) om de stilte te onderzoeken midden in de oorlog. Als een verkenning van de verschillende meningen die heersen aangaande oorlog en niet om een politieke zaak te dienen.

De V2´s richtten in de Tweede Wereldoorlog grote schade aan in steden als Londen en Brighton, waar het initiatief ligt voor Silent Cacophony. Den Haag, met het Haagse Bos als één van de grote lanceerbases van de V2’s, doet voor het eerst mee in dit programma.Op 3 maart 1945 vielen bij een bombardement van de Engelse luchtmacht, bedoeld om de V2´s in het bos uit te schakelen, de bommen op het Bezuidenhout.

Dichter Harry Zevenbergen bezocht samen met Kim Zeevalk en Jitske Anker, leerlingen van het Haags Montessori Lyceum, het Haagse Gemeentearchief. Geïnspireerd door de verhalen, beelden en informatie schreven zij gedichten die op 11 november worden voorgedragen. De muzikale begeleiding is in handen van Timo de la Mar en Jimi Hellinga.

Op verschillende locaties in het Haagse Bos en Bezuidenhout worden optredens gegeven. Een boswachter en een bewoner van het Bezuidenhout vertellen al wandelend het verhaal van het bos en de wijk tijdens de oorlog. Het programma wordt afgesloten met poëzie en muziek in een huiskamerachtige setting, zoals dichters en toehoorders ten tijde van oorlog samenkwamen in huiskamers om te lezen en te luisteren.

Silent Cacophony
Gedichten van Harry Zevenbergen, Kim Zeevalk en Jitske Anker.
Muziek van Timo de la Mar en Jimi Hellinga.
Maandag 11 november 2013 Aanvang: 19.30 uur
Deelname: 5 euro
Reserveren verplicht via:
harryzevenbergen@ziggo.nl
( na reservering ontvangen deelnemers informatie over het startpunt)

Dit programma werd mede mogelijk gemaakt door Peter van Schie (HML), Haags Gemeentearchief, Staatsbosbeheer, www.bezuidenhout.nl, Gemeente Den Haag (stadsdeel Haagse Hout), Knapzak & co., Haags Dichtersgilde.

www.silentcacophony.co.uk
http://www.silentcacophony.co.uk/#!blog/c1
www.dichtersgilde.nl

Gepost in Events, Geen categorie | Plaats een reactie

Presentatie Extaze 8 De Biograaf

Het thema van het nieuwe nummer van Extaze is ‘de Biograaf’. Tijdens deze avond komen biografen Bart Slijper en Vic van der Reijt aan het woord en is er een beeld biografie van Den Haag door Diederik Gerlach. De column is van Esther Didden en Max Douw zal de avond op muzikale wijze aan elkaar verbinden/. Presentator is Cor Gout.

Gepost in Events, Geen categorie | Plaats een reactie

Het Extaze Viltjesboek, geschenk voor abonnees

Terwijl Extaze 8 (De biograaf) in Steenwijk van de persen rolt, wordt het Extaze Viltjesboek gevouwen, bijgesneden en geniet. De totstandkoming van dat boekje vormt een verhaal op zich. Beeldend kunstenaar Diederik Gerlach stuurde de redactie enkele bierviltjes toe, die met potlood of penseel waren bewerkt door de fotograaf, dichter en kunstschilder Gerard Fieret (1924–2009).
‘Of wij er iets mee konden.’
Dat konden we. De eerste gedachte was de mooiste Fieret-viltjes op de website te plaatsen. Terwijl we de voorbereidingen daartoe troffen, vernamen we dat ook beeldend kunstenaar Agnes de Wit enkele Fieretjes in haar bezit had. Daarmee werd de keus ruimer. Juni 2013 spoedde zich naar zijn einde, Extaze in Pulchri 7 zat er al aan te komen en we dachten: waarom geen filmpje gemaakt van de viltjes en die tijdens de avond vertonen? Zo gedacht, zo… nee: de grijze cellen bleven werken. Niet alleen de viltjes van Fieret waren mooi, ook het concept was bijzonder: beelden op een klein, rond afgesneden vlak. Het paste goed bij het thema van de Pulchri-avond: de mens in de afgebakende ruimte. Het vervolg van het verhaal lag voor de hand: we vroegen ‘Extaze-kunstenaars’ of zij twee of drie blanco viltjes willen bewerken. Dan zouden we daar een film van maken. De kunstenaars die wij benaderden reageerden enthousiast. ‘Hoe lang hebben we nog? Tien dagen? Komt voor elkaar.’ Het kwam voor elkaar, Els Kort monteerde de film, Robert Kroos componeerde er muziek bij en Cor Gout declameerde op de avond van de 11e juli zijn gedicht over Gerard Fieret.
Nog steeds waren de ideeën niet op. We wisten: Extaze heeft abonnees nodig en een wervingsactie voor abonnees zou kunnen helpen. Hoe potentiële abonnees te verlokken? Door ze een welkomscadeau te geven… maar wat? Ja natuurlijk… een viltjesboek. En zo kwamen de viltjes via de enveloppen naar en van de kunstenaars, Els’ computer en het beeldscherm aan de wand van Pulchri op papier terecht, met een korte inleiding en met informatie over de kunstenaars. Alles fraai vormgegeven door Els.
Van juni tot op de dag van vandaag heeft het viltjesidee in de lucht gedwarreld, om op de meest onverwachte plaatsen neer te dalen. In Vianen bijvoorbeeld, waar Joost de Jonge een envelop met lege viltjes ontving die niemand hem ooit gestuurd had. Hij bewerkte er twee en één daarvan laten we hier zien. De idee was sterker gebleken dan de werkelijkheid.

Het viltjesboek is een cadeau. Voor de kunstenaars die aan het project hebben meegewerkt, voor de abonnees van wie sommigen ons al vanaf het 0-nummer hebben gesteund en voor de nieuwe abonnees, die we van harte verwelkomen. Met viltjes. En laten ze er maar een glaasje op neerzetten. Dan doe wij dat ook.


Abonnee worden?

De viltjes-films

Gepost in Home | 1 Reactie

Interview met Chrétien Breukers, door Jan Holtman

Tien voor Chrétien Breukers

1. Dag Chrétien. Dank voor je bundels. Oudegracht (2011) lijkt geheel gewijd aan Utrecht. Een geminimaliseerd Magnificat. Vanwaar? Wat is dat met Utrecht?
Oudegracht ‘gaat’ over Utrecht en over de liefde. In het eerste deel (‘Oudegracht, een geminimaliseerd Magnificat’) loopt een man de hele Oudegracht af, van het begin bij het Ledig Erf tot het eind, bij de Bemuurde Weerd (waar J.C. Bloem zo mooi over heeft geschreven). Een deel van zijn tocht wordt hij vergezeld door een vrouw op wie hij verliefd is, of beter: van wie hij houdt. ‘De liefde’ en ‘de stad’ lijken met elkaar samen te vallen, en het bittere besef dat de liefde niet kan duren daalt in als de twee de stad uit lopen, richting de Bemuurde Weerd.
In deel twee van de bundel, ‘Zadkine voor 18+’, wordt opnieuw (maar nu directer) een beeld geschetst van een liefde en van de stad.
Misschien klinkt dat somber. Utrecht is als stad echter heel erg dichtersvriendelijk. Dat ligt daar allemaal maar een beetje te vergaan aan het water! Dat heeft maar meer geschiedenis dan toekomst! Dat wil van alles maar kan het allemaal net niet! Ik vind het prachtig en merk dat Utrecht sinds ik er woon, sinds mei 2000, echt in mijn bloed is gaan zitten. Utrecht is voor mij de ideale stad: gelegen op de grens tussen het zuiden en het westen, niet te groot en niet te klein, net goed, en nergens opdringerig.
Het Magnificat is de lofzang die Maria uitspreekt. Wie wel eens in een kerk is geweest, weet ervan. De bundel Oudegracht is mijn lofzang, op de stad en op de (ge)liefde, een lofzang zonder happy end, helaas.
Een geminimaliseerd Magnificat heb ik het eerste deel genoemd. Want je mag je niet met Maria vergelijken vind ik.

2. Je maakt ook deel uit van het Utrechts dichtersgilde. Is het verstandig om je als dichter bij een gilde aan te sluiten? Loop je daarmee niet het risico tot een bepaalde kliek gerekend te worden?
Het is mijn grote verdriet dat ik nog nooit tot een kliek ben gerekend. Niet tot de ‘Utrechtse Maffia’ (toen woonde ik nog niet in Utrecht), niet tot de Vijftigers, toen was ik nog niet geboren, niet tot de Nieuwe Wilden, want ik was geen vrouw… er is nooit een kliek geweest waar ik bij hoorde.
Het Utrechts Dichtersgilde is trouwens wel de enige kliek waar ik bij wil horen. We zijn nu met dertien dichters, allemaal verschillend, die in Utrecht van alles organiseren en uithalen – het Utrechts Dichtersgilde is ooit in het leven geroepen door Ruben van Gogh en Ingmar Heytze, met het idee dat een stad meer kan hebben aan een gilde, dan aan een steeds wisselende stadsdichter. Zo moet het en zo kan het werken; en zo werkt het ook. Dat ik daar de komende anderhalf jaar nog ‘Gildemeester’ van mag zijn, een functie die ik in januari dit jaar op mij nam, is mij een eer.

3. Alle dertien goed! Je vergeet de Maximalen. Was je toen al in beeld als dichter? En wat houdt dat Gildemeesterschap van het Utrechts dichtersgilde in? Doet het denken aan de raad van elf? Ik meen gelezen te hebben dat je uit Limburg komt.
De Maximalen? Nee, die ken ik nauwelijks. Dat leek me altijd meer een vereniging van reclamejongens dan een dichtersgroep. Uiteraard was ik toen ‘als dichter’ nog niet ‘in beeld’, en zeker niet bij de mensen die Maximaal in het leven riepen. We moeten niet bitter zijn, na zoveel jaren, maar dat hele Maximaal heeft meer kapot gemaakt dan goed gedaan. Goed, zand erover. Door naar je andere vragen.
Dat ik uit Limburg kom, is correct. Het scheelde maar weinig, of ik was een Brabander geweest. Leveroy, mijn geboortedorp, ligt dichter bij Eindhoven dan bij Sittard of Maastricht. Gek genoeg voel ik mij pas echt Limburger sinds ik uit de provincie vertrok, in 1983. Daarvoor hoefde ik mij nooit Limburger te voelen, ik wás het gewoon. Toen ik in diaspora ging, begon ik me meer en meer bezig te houden met mijn afkomst, – wat was dat toch voor vreemde provincie, waar ik vandaan kwam?
Maar ja, wat is Limburg?
Limburg bestaat niet, Limburg is na 1830 – na de Belgische revolutie – op moeizame wijze in elkaar gezet en ten slotte, pas in 1839, ingelijfd bij Nederland. Wat nu Limburg heet, was een lappendeken van staatjes, hertogdommen en grafelijke gebieden, die  vanaf de vroege Middeleeuwen onder allerlei soorten van gezag hebben gestaan – van de hertog van Gelre tot de keizer van Oostenrijk. Conflicten werden om de haverklap in dit gebied uitgevochten, wat de eenheid niet ten goede kwam.
Limburg (de provincie die zich uitstrekt van Eijsden, dicht tegen Belgisch Limburg, tot Mook, dicht bij Gelderland) is nog steeds een fremdkörper binnen Nederland, een provincie waarover mensen, ook mensen die ik hoogacht, de meest abjecte onzin uitkramen, uit kwaadaardigheid en misplaatst superioriteitsbesef.
Door de eeuwen heen, ondanks de woelige geschiedenis en de daaropvolgende relatief rustige inbedding bij Nederland, heeft Limburg het wantrouwen jegens ‘de Hollanders’ (dat zijn alle Nederlanders buiten Limburg) nooit helemaal kunnen afschudden – en dat is wederzijds.
Limburg hoort niet bij Nederland, en Nederland interesseert zich niet voor Limburg; Nederland en Limburg zijn tot elkaar veroordeeld. Limburg gedraagt zich in deze verhouding als het kind dat meer en meer wil graaien in de Nederlandse subsidiepot; Nederland gedraagt zich alsof Limburg een lastig, jengelend kind is. Dat laatste klopt min of meer, maar de vraag waaróm het kind toch zo jengelt, blijft niet-gesteld.
Dus om op je vraag terug te komen: Ja, ik kom uit Limburg.

4. Dat heb je nu ruimschoots bewezen. De vraag was ook wat het Gildemeesterschap van je geliefde kliek inhoudt. Een dichtersgroep dus die zich onderscheidt van het gilde der reclamejongens? En wat hebben die Maximalen kapot gemaakt?
Het Gildemeesterschap is een twee jaar uit te oefenen functie, waarin je initiatieven ontplooit om de poëzie in de stad te bevorderen, samen met de andere gildeleden. Ik heb dat tot nu toe (vanaf gedichtendag 2013) gedaan door het maken van een weggeefbundel (die tijdens gedichtendag in 2500-voud is verspreid door Utrecht) en door het schrijven van actualiteitsgedichten. Samen met Ruben van Gogh maakte ik het officiële nieuwe Stadslied voor Utrecht. Gildeleden traden her en der op en gaven acte de présence. Kortom:  wij doen wat een stadsdichter doet, maar dan meer.
Maximaal… ach laten we erover zwijgen… het was een soort PR-bureau voor een paar schrijvers, meer niet. Men wilde vooruit in de wereld, en daar is niets mis mee, maar men ging vooruit in de wereld over de rug van de poëzie.  Geen sympathieke manier van handelen, om jezelf op die manier een zekere ‘correctheid’ te verschaffen. Ze deden het voorkomen alsof het om ‘de’ poëzie ging, en wie dat niet geloofde, was meteen verdacht… Het is al lang  geleden en het is mooi geweest.

5. Goed, we laten de Maximalen rusten. Hier spreekt een man met hart voor de poëzie. Waar komt die passie vandaan? Naast dichter ben je ook uitgever. In hoeverre kun je dan nog zuiver zijn? Je bemoeit  je ook nog met de toonaangevende literaire site De Contrabas. Ligt kliekvorming dan niet op de loer?
Wat is kliekvorming? Is kliekvorming wel te vermijden? Ik weet het niet. Ik probeer een aantal dingen te doen die met literatuur en poëzie te maken hebben, en ik probeer zelf te schrijven. Soms geef ik een dichtbundel uit, een weinig winstgevende, om niet te zeggen: verliesgevende bezigheid. Tijdens wat ik doe, kom ik mensen tegen, soms zijn dat mensen met wie ik goed overweg kan. Is dat kliekvorming?
De Contrabas is ooit begonnen als nieuwssite, en is inmiddels inderdaad toonaangevend. Maar het is nooit zo bedoeld geweest, allemaal. Ik begon die site, omdat er toen geen andere nieuwssites voor poëzie (meer) waren. Het ging goed en De Contrabas werd een succes. Zo is het gegaan, daar zat geen plan achter, geen idee om een kliek te vormen en geen strategie…
‘Zuiver zijn’ … ik herinner me uit mijn jeugd (nou ja, uit de tijd tussen mijn achttiende en vierentwintigste nog hoe mensen daar mee bezig waren… vriendjespolitiek was uit den boze, je moest alles op ‘eigen kracht’ kunnen bereiken, en ga zo maar door. Tot alle rechtlijnigen ineens in een netwerk stapten en snel een soort loopbaan kregen. Veel van die mensen zijn nu al vergeten, maar daar gaat het niet om; zelf bleef ik nog jaren denken dat vriendjespolitiek verboden was. En ik kwam er geen steek verder mee.

6. Het is niet anders, je bundel uit 2010 met tekeningen van Hans Lemmen. Een mooie bundel, klassieke vormen, tragische thematiek. Ik citeer de openingsstrofe uit het titelgedicht: Het is niet anders: als taal ben / ik: zelfs mijn vlees is letters / in een bloederige samenhang. De liefde, de vergankelijkheid ervan en de dood? Anekdotische gedichten uit het leven gegrepen?
Tsja. Ik weet het ook niet. Uit het leven gegrepen lijken ze me zeker, die gedichten. Ik zou ook niet weten waaruit ik ze anders zou moeten grijpen. Of ik dicht over de liefde, de vergankelijkheid ervan en de dood, weet ik ook al niet zeker. Het wordt saai. Veel van mijn gedichten zou je ‘standpuntbepalingen’ kunnen noemen, als het niet zo’n lelijk woord was. Misschien is ‘bepalingen van plaats’ wel mooi. Heb ik meteen een mooie titel voor mijn verzamelde dichtwerk… Enfin.
De openingsstrofe die jij citeert, zegt iets: alles is taal, alles is van letters gemaakt. Die bewering leunt wel erg zwaar op wat Derrida schreef: ‘il n’y a pas de hors-texte’…er is niets buiten de tekst. Een inspirerende gedachte, maar ik vraag me toch af of die wel ‘waar’ is. Wat ik wel denk: je kunt de werkelijkheid alleen maar met tekst te lijf. Wat niet is geformuleerd, ligt niet vast (en kan niet worden doorgegeven). Het formuleren van iets, kost moeite, vereist enig talent tot stilering… wie schrijft, begeeft zich automatisch op een gebied waar van alles van je wordt geëist… ‘Wat niet goed is, is niet geschreven,’ stelde Achterberg. Daar zit natuurlijk wat in.

7. Uiteraard. Dit jaar verscheen Het eerste gedicht, een boek over het lezen van poëzie. In het voorwoord schets je de positie van de dichtkunst in deze tijd. Je concludeert dat de poëzie, door de almaar groeiende festival- en benoemcultuur van dichters buiten het officiële om, haar fundament is kwijtgeraakt. Leg dit eens uit, wat is het fundament van de poëzie?
Poëzie wortelt in de taal. Dat klinkt als een gemeenplaats, maar is wezenlijk. De festivalcultuur lijkt daar op de een of andere manier aan te morrelen. Begrijp me goed: ik heb niks tegen festivals, maar de bron, de geschreven tekst: daar zou het om moeten, of mogen, draaien. Er is veel aandacht voor poëzie die wel buiten de tekst om lijkt te gaan.
Ik persoonlijk betreur dat en zou pleiten voor een terugkeer naar een situatie waarin er in kranten, in bladen en op internetsites meer, en beter, over poëzie (oude en nieuwe) wordt geschreven. Gedichten ‘bestaan’ niet als er niet op wordt gereageerd, als er niet over wordt geschreven. Deze hele wereld van actie en reactie krijgt binnen de heersende festivalcultuur geen ruimte; daarin is alleen plek voor de dichter of dichteres die het beste voorleest, iemand die niet per se de beste dichter is.
Natuurlijk blijft het ingewikkeld, en brengen de bladen die wel nog veel aan poëzie doen (De Groene Amsterdammer en Trouw) recensenten in de arena die de aandacht nauwelijks op hun kritische arbeid weten te richten.
Gerrit Komrij zei ooit tegen mij dat kranten expres weinig aansprekende recensenten aanstellen. Als ze een interessante schrijver aannemen, die goede stukken schrijft, zou die wel eens beroemd of bekend kunnen worden – en dan kan de redactie niet meer van hem afkomen. Dat was zijn, misschien wat sombere stelling, maar ik kan er een heel eind in meegaan. Het is niet omdat er geen markt voor is, dat de recensenten poëzie in het verdomhoekje zitten; het is grotendeels redactioneel beleid, het beleid dat hijgerig achter de zoveelste hype aanhobbelt.

8. Ja laten we het over Komrij hebben, je literaire voorbeeld. Het eerste gedicht eindigt met een drietal artikelen gewijd aan hem. Wat maakt Komrij als dichter zo bijzonder?
Komrij heeft een paar heel bijzondere bundels geschreven, De os op de klokketoren en Gesloten circuit zijn mijn favorieten. Hierin is Komrij én vormvast én experimenteel; bijzondere gedichten waarin hij meer aansluit bij de (Franse) avant-garde van rond 1920 dan men in Nederland ooit heeft gedacht.
De kritieken en essays van Komrij zijn misschien wel meer bijzonder dan zijn poëzie. Ik denk dat een boek als Averechts op dit moment weer, of nog, actueel is. Komrij zag veel dingen heel precies, en hij  kon ze briljant onder woorden brengen. Het is tijd voor zijn verzamelde werk. Maar ja. Dat zal niet gemakkelijk zijn, om dat samen te stellen en uit te geven, in deze ‘markt’.
Ik heb de Nederlandse poëzie via Komrij leren kennen, toen ik een jaar of zestien was. Daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor.
Ach, Komrij. Hij was er altijd en nu is hij er meer dan een jaar niet meer. Het is niet eerlijk en het zou niet moeten mogen.

9. In het slotartikel vraag je je af waar het centrum van de poëzie ligt en wie daar wonen. Wat vind jij eigenlijk van de Vlaamse poëzie t.o.v. de Nederlandse? Waar ligt het centrum en wie wonen daar?
Er is op dit moment, anders dan in de tijd tot Gerrit Komrij dat centrum min of meer in zijn eentje vormde, of bepaalde, geen vast centrum aan te wijzen. Deze versplintering is soms wel grappig, maar net zo vaak denk ik, was er maar weer ergens één centrum, van waaruit ‘de’ poëzie werd georganiseerd. Ik denk dat de versplintering ook bijdraagt aan de marginalisering van de poëzie in het hele literaire veld. Als grote kranten en bladen en grote uitgevers steeds minder doen aan poëzie, zal een grote groep lezers niet meer weten wat er allemaal speelt; de poëzie wordt dan een speelveld voor een kleine groep mensen, een groep die klein blijft en weinig invloed kan uitoefenen, weinig invloed buiten de eigen kring.
De Vlaamse poëzie vind ik veel interessanter dan de Nederlandse. Dichters als Andy Fierens of Jan Geerts, en dichteressen als Delphine Lecompte en Annemarie Estor (hoewel die niet Vlaams is, maar naar Vlaanderen verhuisde…), die vind ik echt heel interessant werk maken, en onderling verschillen ze meer van elkaar dan in het wat vlakkere Nederlandse poëzielandschap.
Toch is de vraag eigenlijk een beetje onzinnig… Dichters zijn individuen… sommige dichters zijn interessant, of beter: schrijven interessant werk, de meeste dichters zakken weg in grijze onbeduidendheid.
Hoewel het tóch zo is, dat er in Vlaanderen meer aparte types rondlopen dan in Nederland…

10. Tot slot een vraag uit niet geheel onverwachte hoek. Delphine Lecompte wil graag weten welk beroep je vader deed en of je in God gelooft…
Mijn vader was tot zijn pensionering kruidenier.
Geloof ik in God? Dat is wis en waarachtig geen gemakkelijke vraag. Lang dacht ik dat ik hem, sorry, Hem niet meer nodig had en dat Hij dood was. Ook nu nog noem ik mij een ‘ongelovig katholiek’, maar ik hecht wel aan dat ‘katholiek’. God zou eigenlijk moeten bestaan, want dan zouden we niet meer in hem hoeven te geloven.

Gepost in Interviews | Plaats een reactie

Het Woordenrijk met Ondertaal

Radioprogramma van het Haags dichtersgilde waarin de poëzie centraal staat. Te gast in het Woordenrijk Merlijn Kooyker en Marco Raaphorst van Ondertaal, een trio waarvan verder ook Mireille Bijnsdorp deel uitmaakt. Ondertaal combineert de gedichten van de drie met de muziek van Marco Raaphorst. Verder Edwin Fagel met een recensie over Dichter aan Huis, Co-presentator Gilles Boeuf met vertaalde poëzie, de Haagse literaire agenda en de muziektips van Fay van Faassen. Presentatie Harry Zevenbergen.

Gepost in Events, Geen categorie | Getagged | Plaats een reactie

Writers Unlimited Tanja Jadnanansing

Jhumpa Lahiri in gesprek met Tanja Jadnanansing

Gepost in Events, Geen categorie | Plaats een reactie

Writers Unlimited The Series Katie Roiphe

Manon Uphoff spreekt met Katie Roiphe over haar nieuwe boek  In Praise of Messy Lives in een nieuwe editie van Writers Unlimited The Series op woensdag 16 oktober. Het boek werd uitgeroepen tot het beste van het jaar 2013 door The Washington Post en The New York Times. De schrijfsters ontmoeten elkaar in Studio B op de eerste verdieping van de Centrale Bibliotheek

Gepost in Events, Geen categorie | Plaats een reactie

Masterclass Ester Naomi Perquin

Op 13 oktober is de eerste Masterclass poëzie schrijven van Huis van Gedichten  samen met Theater Branoul. Elk kwartaal komt de winnaar van de VSB-poëzieprijs 2013 Ester Naomi Perquin naar Den Haag voor zo’n Masterclass. Voor wie de fijne kneepjes van het ambacht niet meer hoeft te leren, en wel graag feedback wil of een nieuwe invalshoek.
De middag begint met schrijven van nieuwe woorden en regels, en met kritisch kijken naar bestaand werk onder leiding van Ester Naomi Perquin. De Masterclass eindigt later die middag op het podium van Branoul met alle deelnemers en met Ester Naomi, en met minimaal één gedicht per persoon.
Vrienden, familie, vage kennissen, bewonderaars, poëzieliefhebbers en kritische luisteraars zijn welkom plaats te nemen in de zaal van Theater Branoul. Tenslotte is het de lezer of luisteraar die een gedicht uiteindelijk afmaakt. Voor meer informatie

Gepost in Events, Geen categorie | Plaats een reactie

Borderkitchen: Almudena Grandes

Almudena Grandes (Madrid 1960) debuteerde in 1989 met de erotische, controversiële
roman Episoden uit het leven van Lulu. Daarna schreef ze nog zes romans en drie
verhalenbundels. In Spanje is Grandes al jaren een van de best verkopende literaire
auteurs. In 2010 verscheen haar roman Het ijzig hart, waar ze in eigen land meer dan
650.000 exemplaren van verkocht, en waar ze vele nationale en internationale
literaire prijzen mee won.

Gepost in Events, Geen categorie | Plaats een reactie

Joost Zwagerman bij Paagman

Zondag 3 november is Joost Zwagerman om 13:00 uur te gast. Naar aanleiding van zijn nieuwe boek Americana geeft hij een hoorcollege en aansluitend signeert hij.

Gepost in Events, Geen categorie | Plaats een reactie

Arthur Japin bij Paagman

Zaterdag 2 november is Arthur Japin te gast. Naar aanleiding van zijn nieuwe roman De man van je leven geeft hij een lezing. Aansluitend signeert hij.

Gepost in Events, Geen categorie | Plaats een reactie

Harmen van Straaten signeert het Kinderboekengeschenk

Zaterdag 12 oktober komt de schrijver van het Kinderboekenweekgeschenk, Harmen van Straaten, om 15:00 uur langs! Hij vertelt over het Kinderboekenweekgeschenk Je bent Super… Jan! en zal ook signeren.

Gepost in Events, Geen categorie | Plaats een reactie

Kinderboekenparade

Op de Kinderboekenparade draait alles om het ontdekken, beleven en het zelf maken van verhalen. Er is van alles te doen: van schrijven en dichten tot muziek maken en héél veel tekenen, schilderen en knutselen. Schrijvers en illustratoren lezen voor, zetten handtekeningen of leren je in een workshop hoe je zelf verhalen maakt. Kom naar de Koen Kampioen-show en trap zelf een balletje met Fred Diks. Paul van Loon, Jacques Vriens en vele anderen zijn er natuurlijk ook bij! Ben jij er klaar voor? Zet je beste beentje voor in het Kinderboekenmuseum.

Gepost in Events, Geen categorie | Plaats een reactie

Kinderboekenmarkt

Met de Kinderboekenmarkt in het Atrium wordt op zondag 13 oktober de Kinderboekenweek afgesloten. Op de kinderboekenmarkt, vind je schrijvers, uitgevers. Kun je meedoen aan workshops en kun je optredens bijwonen. Met optredens van Lydia Rood, Dolf Verroen, Frank van Pamelen, Inez van Loon, Halil Gur, Najiba Abdellaoui en Harry Zevenbergen.

Gepost in Events, Geen categorie | Getagged | Plaats een reactie

Dichtersspreekuur

Iedere tweede vrijdag van de maand organiseert het Haags dichtersgilde in samenwerking met de Centrale Bibliotheek het dichtersspreekuur. Iedereen die zelf dicht, geïnteresseerd is in poëzie kan langskomen bij de dichter van dienst. Om te praten over poëzie, om je gedichten te delen met de andere aanwezigen of wanneer je vragen hebt over podia waar je kan optreden of andere dichters kunt zien.

Gepost in Events, Geen categorie | Getagged , | Plaats een reactie