In memoriam Jurjen de Haan
(13 maart 1936 – 8 maart 2018)

Jurjen de Haan (13 maart 1936- 8 maart 2018)

De besprekingen met Jurjen de Haan over zijn beeldbijdragen aan Extaze 12 (januari 2015) ontwikkelden zich tot geheel verzorgde reizen door de wereld van de beeldende kunst, de fotografie, de kunstinstellingen en de literatuur. De gedichten die hij uit het hoofd citeerde waren minder illustraties van zijn betoog dan aanzetten om de conversatie een wending te geven. Jurjen voerde de regie, hield het gesprek licht en speels, maar liet niet na kritische noten te kraken.
Een sterke man waarin het kind nog altijd huisde.
Tijdens de presentatie van Extaze 12 op 15 januari 2015 was hij de eregast. Het was de avond van de viltjesveiling, bedoeld om Extaze wat financiële armslag te bieden. Negentig bierviltjes, met penseel, pen, stift of potlood door achttien beeldende kunstenaars bewerkt, waren door Jan Hoogervorst in een prachtige houten cassette gerangschikt. Op dit dubbele kunstwerk kon het publiek in Sociëteit De Vereeniging bieden.
Uit geheel eigen beweging had Jurjen een dertigtal door hem op groot formaat beschilderde bierviltjes aangeboden als extra veilingstukken.
Voor het interview dat ik Jurjen zou afnemen, had ik een eindvraag in gedachte. De rest moest maar komen zoals het kwam.
Wetende dat de literatuur de drijvende kracht in zijn artistieke leven was, zou ik vragen welk gedicht zijn kunstenaarschap had doen ontvlammen, om als een smeulend vuur in hem aanwezig te blijven en bij tijd en wijle weer op te laaien.
Maar hij was me voor. Ook nu weer voerde hij de regie. Waar het allemaal mee begonnen was, kon het beste aan het begin van het interview ter sprake komen.
‘Ik was een adept van Cobra en de poëzie van de Vijftigers. Het moet in 1951 zijn geweest dat er in boekhandel Hoonhoud op de Laan van Meerdervoort, waar ik als jongste, nee ik moet zeggen ‘laagste’ bediende werkte, een pak aankwam met een stapeltje exemplaren van een gedichtenbundel die mij alleen al door zijn uiterlijk aansprak. Atonaal-Elf dichters stond op het voorplat. En die elf waren de minsten niet, ik kende ze al van naam en faam, het waren nieuwlichters en experimentelen. Eén van die gedichten greep me bovenmatig aan en deed me duizelen. Wat was het dat me van mijn stuk bracht? De vorm? De inhoud? Het was alles bij elkaar, ik zag kleuren, rook geuren en hoorde geluiden. De titel van het gedicht was ‘Februarizon’, de naam van de dichter was Paul Rodenko.
En mochten mijn geliefde gedichten ooit uit mijn hoofd verdwijnen, deze zal als laatste ontsnappen.’

Februarizon

Weer gaat de wereld als een meisjeskamer open
het straatgebeuren zeilt uit witte verzen aan
arbeiders bouwen met aluinen handen aan
een raamloos huis van trappen en piano’s.
De populieren werpen met een schoolse neiging
Elkaar een bal vol vogelstemmen toe
en héél hoog schildert een onzienbaar vliegtuig
helblauwe bloemen op helblauwe zijde.

De zon speelt aan mijn voeten als een ernstig kind.
Ik draag het donzen masker van
de eerste lentewind.

Paul Rodenko

 

E12JurjendeHaan

Tekening: Jurjen de Haan, in de recent verschenen jubileumuitgave: 25 x Extaze.

(cg)

Dit bericht is geplaatst in Home, Proza en getagd, , , , , , , , , , , . Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.