De zuidelijke strook Portugal,160 kilometer langs de Atlantische oceaan, werd door de Moren Gharb Al Andalus genoemd of kortweg Al Gharb (het westen). De uiterste westpunt, Sagres met kaap São Vicente, werd toen gezien als het einde van de wereld. Hier vestigde Infante Dom Henrique de Avis (O Navegador) begin 15e eeuw een “zeevaartschool” om aan de kapiteins uit te leggen dat de aarde niet plat was. Hij initieerde de eerste Portugese ontdekkingsreizen en ontwierp hiertoe een speciaal latijns getuigd (in tegenstelling tot vierkant getuigd) zeilschip, de Caravela Latina. Dankzij deze schepen, die ook goed aan de wind konden zeilen, plus de navigatielessen van ‘Hendrik de Zeevaarder’, domineerden de Portugezen in de 15e en 16e eeuw het tijdperk van ontdekkingen, waarmee tevens het koloniale tijdperk werd ingeluid. Misschien nog vermeldenswaard dat Lagos de grootste slavenhaven van Europa werd.
Genoeg euforie. Ondanks Hendrik en de rijke handelaren in Lissabon, bleef de Algarve een armoedige strook tussen de bergen en de zee, het landje van de vissers en de kleine boeren met schapen en geiten en wat amandelen en olijven. Vijfentwintig jaar geleden was de ezelwagen nog een populair vervoermiddel. De mensen hier werden (en worden) Algarvios genoemd, een kleine donkere soort, pezig en goedaardig. Oud Moors bloed. Vooral de oudjes zijn soms onwaarschijnlijk klein. In het postkantoor kon een oud vrouwtje nauwelijks bij haar pensioengeld (450 euro) dat voor haar werd uitgeteld op de balie. En bij de cafeetjes en in de parken zitten kleine kromme mannetjes elkaar over vroeger te vertellen. Vroeger, toen iedereen hier klein was. Nu is iedereen van normaal postuur. Hoewel, sinds de instroom van de Zweden, zie je ook veel boomlengten. Oorzaak is de belastingontheffing. Zweden (en ook Fransen en Finnen) mogen hier namelijk van hun pensioen komen genieten zonder belasting te betalen. De ca. 450000 bewoners hier zijn dan ook niet allemaal Algarvios. Meer dan 20% is import. Een grijze golf overspoelt deze prachtige kuststrook, met gevolg dat er veel wordt gebouwd (niet altijd even mooi) en dat de Algarvios protesteren omdat wonen voor hen te duur wordt. Alle goedkope appartementen zijn uitverkocht. Makelaars – en dat zijn er honderden, want iedereen kan makelaar worden – zoeken naarstig naar panden voor hun Portefeuille. Courtage hier is standaard 5%, soms meer. Je kunt je pandje als je wilt bij tien of meer makelaars te koop zetten, In ons dorp was ooit één makelaar, nu zijn er drie kantoren.
Willemine, mijn kunstzinnige echtgenote, komt al jaren als kunstenares bij Casas das Molduras (huis der lijsten) voor inlijstingen. Paar jaar terug werd de winkel een makelaarskantoor en de inlijsteraar zit achter een bureau met foto’s van huisjes terwijl zijn echtgenote het inlijstwerk verzorgt.
Een Nederlander – genaamd Jan – achtervolgde mij per telefoon en email, namens een makelaar, genaamd ‘Goddelijke Eigendommen’ (Divine Properties). Zij willen heel graag, ja heel erg graag ons pand verkopen. En Jan was niet de eerste! Om de haverklap staat er een man of vrouw (laatste vaak niet onaantrekkelijk) aan de poort. Wat komt u doen? Goedemorgen, mag ik uw pand verkopen?
Het gaat ineens erg goed hier in Portugal. Zegt men. Ambachtslieden zijn niet meer verkrijgbaar, ze nemen gewoon hun telefoon niet op. Overal is werk en de dagprijs van voorheen rond 50 euro loopt op naar soms ongekende hoogten voor dit land. Ik had een schilder nodig want zelfs teakhouten deuren worden lelijk in de zon. Niet zo erg als mensen, maar toch… Had ik viavia eindelijk een jong ambitieus startend bedrijfje gevonden. Asjeblieft, die jongens wilden meteen aan de slag Begroting tienduizend euro. Wat?? Voor twintig deuren en vijf ramen? Ja hoor es, ik kom hier al sinds de ezelwagen…
De man die het nu doet – genaamd Vitor Bravo – komt met zijn dagprijs van 70 euro ongeveer uit op ruim 2000 euro. Ook al niet meer zo goedkoop als vroeger.
Ja het trekt aan in de Algarve en zo kwam er ook een enorme Ikea midden in het prachtige landschap ten zuiden van de oude hoofdstad Loulé. Parkeerterrein zo groot al tien voetbalvelden. Rondom Ikea is een shopping mall gebouwd zoals je die alleen in Amerikaanse films ziet. Alle merken voorradig. Niet voor Vitor Bravo en zijn familie maar voor de expats van Vale do Lobo. Voor Vitor Bravo en andere klussers is er een bouwmarkt van Leroy Merlin waar ze richting kassa’s doolhofhekken hebben zoals op de luchthaven.
Uiteindelijk waren ook wij naar het winkelparadijs rondom Ikea gegaan, want dat moet je gezien hebben. Kwam goed uit want mijn echtgenote had dankzij de nieuwe privacy wetgeving geen whatsapp meer op haar telefoon. En dat is lastig, zeker omdat kleinkinderen in de App-wereld leven. Whatsapp eiste een update, maar die werkte niet. Gelukkig is er in dat gigantische winkelcentrum ook een Phonehouse. Drie mobiele mannen en geen klanten. Beleefd vraagt Willemine eerst of ze een batterij hebben voor haar Samsung. Want: als je iets wilt kopen ben je klant. Een batterij hebben ze niet, hadden wij ook niet verwacht, maar nu kan zij liefjes vragen of de gekwalificeerde telefoonverkoper even naar haar Whatsapp kan kijken. Wat nu volgt kan alleen hier: de jongeman stort zich erop met hart en ziel en is ruim een halfuur bezig om haar telefoon van álle updates te voorzien.
Ja, de mensen zijn hier aardig en behulpzaam, dat is de aard van de Algarvios. Enige nadeel bleek dat zij nadien niet meer gewoon kon bellen, dus heb ik een half uur met een Nederlandse Vodafone-assistent aan de lijn gezeten, via mijn mobiele abonnement. Ach, die was ook erg aardig hoor. Je moet het leven met de elektronica blijmoedig ondergaan.
Liberta, onze hulp, wilde strijken. Hiertoe hebben wij zo’n modern stoomapparaat. Kwam geen stoom meer uit. Gelukkig hebben we nog twee strijkijzers die zij ooit had afgekeurd, maar die nu van pas kwamen. Omdat er inmiddels ook een stofzuiger was stilgevallen, ging ik met beide artikelen naar het reparatiebedrijf voor elektrische huishoudelijke apparaten, genaamd Ricafre, maar door Willemine hardnekkig Biafra genoemd. Zij had natuurlijk inmiddels al een nieuwe stofzuiger gekocht in die nieuwe megalomane shopping mall, bij de firma Worten, een hectare vol elektrische apparatuur. Ook een heel gedoe trouwens, want de oude Rowenta vermeldt op zijn schild 2100 Watt. Dus wilde zij 2100 Watt. Haha, bestaat niet mevrouw! De max is 750 watt, Europese regelgeving. Maar dan wel drie keer A. Alweer wat geleerd. Goed, ik dus naar Ricafre omdat die ook al twee keer onze vaatwasser van AEG hebben gerepareerd. De installateur die toen kwam legde uit dat reparatie niet de bedoeling is. Het is de bedoeling is dat men een nieuwe koopt. Daar is de printplaat op berekend. Is er dan geen nieuwe printplaat te koop? Nee meneer, want het model is verouderd. Ditzelfde verhaal hoorde ik toen onze airco installatie ermee ophield. Sja, ácht jaar meneer. Nee, reparatie kan niet. Moet een nieuwe komen… (Kostte me 5000 euro).
Terug naar Ricafre. Of liever gezegd op weg met stofzuiger en strijkijzer. Kom ik via achteraf straatjes in een armzalig buurtje van Faro terecht. Ik had een bedrijf verwacht met uithangbord en lichtreclame, maar het is een onderstuk van een oud flatgebouw. Het ouderwetse Nederlandse ‘stofzuigerhuis’ is hiermee vergeleken een geacheveerd technologiepaleis. Maar wat een menselijke aardigheid. De huisvrouw achter een soort balie doet haar best Engels te spreken. Jazeker, stofzuigers en strijkbouten kunnen hier gerepareerd worden. Het zal wel even gaan duren, want ze hebben het druk. Wat wil je, met al die snel verouderende apparaten. Ricafre zit middenin het gat in de markt. Op een doorslagbloknoot schrijft zij alles op. Ik krijg de nauwelijks leesbare kopie. Inmiddels is er een mevrouw binnengekomen. Zij komt haar magnetron ophalen. Terzijde probeert een oudere meneer een groot bakijzer op de toonbank te tillen. Een jeugdig en snel meisje rent in en uit. Allemaal wensen zij mij op een toon van vriendschap en verbondenheid een mooie dag toe.
Algarvios. Als ze je langer kennen dan een half uur, zoenen ze je.