Walden 2.0: Film

walden2.0champagne
De eigenaar van de grond waar de boshut op staat, is de zanger van een band. Hij heeft een zwoele stem. Met die zwoele stem vroeg hij mij even mee te denken over een videoclip voor een nieuw nummer. Ik ben gevoelig voor zwoele stemmen en zei dus ja. We schreven het script, keken de tuin in en ontdekten daarmee de filmlocatie.
      De cast moest ook worden samengesteld. Dat deden we. Het was gemakkelijk. Onze werelden bleken vol te zitten met mooie, leuke mensen die het leven vieren. Iets wat we in het script hadden geschreven; het leven vieren. Dat leek me noodzakelijk. De zwoele stem benadrukte dat ik de hoofdrol moest krijgen. Daar zei ik nogmaals geen nee op. En zo werd ik ineens scriptschrijver, castingdirector en hoofdrolspeler in een film die in mijn eigen (nou ja) boshuttuin werd opgenomen.
      Omdat ik daarmee wel genoeg had gedaan en filmen eigenlijk ook een heleboel wachten is, dronken we de Champagne op aan de eettafel waar we voor de film (uiteraard) het leven zaten te vieren. Dat ging uiterst gemakkelijk. Met Champagne drinken en het leven vieren heb ik doorgaans weinig moeite. De regisseur seinde wel een paar keer dat we nog wel te filmen moesten zijn, maar acteren vonden we juist steeds makkelijker worden en dus werd het een prachtige film.
      De dag erna zat ik alleen in mijn boshut. Ik kon me nog schimmen voorstellen van al het gepeupel dat hier had plaatsgevonden, maar nu was het stil. De vogels floten, de zon scheen. De hangmat wiebelde stilletjes mee op een zuchtje wind. Het was stiller dan de dagen vóór het opnemen van de film. Ik wist niet zo goed wat ik daarvan vond. Misschien wilde ik dus toch niet de rest van mijn leven alleen maar in een hutje zitten schrijven en niemand zien. Het leven vieren met veel lieve mensen om me heen was me bijzonder natuurlijk afgegaan. Ik kon niet ontkennen dat ik daar talent voor had. Dat zette me aan het denken: was ik eigenlijk wel zo’n kluizenaar als ik de afgelopen weken had geroepen? Of was ik het alleen nu even niet meer, nu ik weer even ontzettend het leven had lopen vieren? Of was ik misschien gewoon allebei; een levensvierder èn een kluizenaar? En hoe zou ik dan ooit mijn leven moeten inrichten om die beide kwaliteiten van mijzelf ten volle uit te kunnen zijn? Hoe ik dat moest oplossen wist ik niet. Ik staarde even in het vuur en ging toen vroeg naar bed.

Heidi Koren

Dit bericht is geplaatst in Walden 2.0 en getagd, , , . Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.