Tien Geboden voor een literair tijdschrift, door Cor Gout

In SLAA jaargang 2, nummer 3, formuleerde Lisa Kuitert Tien Geboden volgens welke een literair tijdschrift zou moeten leven. Stof tot nadenken voor een redacteur van een kersvers literair tijdschrift (Extaze). Die activiteit leidde tot enige bedenkingen en aanvullingen:

1 Gij zult een abonnement nemen

De ‘gij’ zijn de schrijvers en (eventueel) beeldende kunstenaars die een bijdrage insturen. Of die handeling voortkomt uit een gevoel van verbondenheid met het blad is zeer de vraag. Vaak gaat het de schrijvers erom ‘ergens’ gepubliceerd te worden. Bij schrijvers die een stuk ‘op bestelling’ leveren ligt dat weer anders. Zij geven aan het verzoek van de redactie gehoor omdat ze de uitdaging willen aangaan. Daarbij kan sympathie voor het blad een rol spelen, maar een abonnement nemen gaat een stapje verder.

Dat de inzender van een stuk zich door middel van abonnement aan het blad verbindt, valt te prijzen. Hem of haar daartoe verplichten kan niet.

2 Geen overstap maken naar internet

Een papieren tijdschrift is ‘een ding’, dat je wilt bewaren doordat de bijdragen in woord en beeld en mogelijk ook de uiterlijke vorm van het tijdschrift blijvende waarde hebben. Computertechnieken kunnen bijzondere esthetische resultaten genereren, maar die blijven plat op een scherm en vluchtig. Lezers en kijkers houden er nog altijd van iets in hun handen te hebben.

Een website naast het papieren tijdschrift biedt een meerwaarde. Het digitale ‘bijblad’ is geschikt voor de actualiteit (bijvoorbeeld een literaire agenda), voor recensies, voor afbeeldingen die niet passen in het concept van het papieren blad, voor columns en voor stukken die het papieren blad ‘net niet’ gehaald hebben (de website dus als broedplaats voor de broedplaats die het papieren blad ook al is, maar dan op een ander niveau).

3 Geen themanummers

Dit gebod laat Kuitert met name gelden voor fictie. Een opgelegde thematiek zou ten koste gaan van de ongedwongenheid. Ik betwijfel dat.

Een volledige ongebondenheid van stukken heeft een groter bezwaar: dat van de losse eindjes en de grabbelton: het tijdschrift als verzamelbak. Je kunt de thematiek ook losjes hanteren, als een rode stippellijn die door het blad loopt. Beeldend werk kan van die voorzichtige thematiek gebruik maken. Onze ervaring is dat schrijvers veeleer gestimuleerd worden en geïnspireerd raken door een aangegeven thema dan dat ze zich erdoor ingeperkt voelen. Een tijdschrift is ook een compositie. Een thema kan ertoe bijdragen dat het blad een eenheid wordt, ook als het niet stringent is doorgevoerd.

4 Geen lifestyle- of special interest-blad

Een ‘literair voetbaltijdschrift’ is vlees noch vis, geeft Kuitert als voorbeeld.

Dat is zo. ‘Hard Gras’ is nooit een literair voetbaltijdschrift geweest, maar zelfs al was het dat: de lezer ieder kwartaal opzadelen met literatuur die als onderwerp ‘voetbal’ heeft? Het zou onverteerbaar zijn.

5 Geen subsidie aanvragen, een tijdschrift moet zichzelf kunnen bedruipen

Onze uitgever (In de Knipscheer) zal een gat in de lucht springen wanneer hij zijn druk- en distributiekosten kan terugverdienen. Maar wie betaalt de redactie, de vormgever, de vaste medewerkers? En moeten de bijdragen van schrijvers en beeldend kunstenaars onbetaald blijven? En wat te denken van de presentaties, de literaire avonden die de redactie organiseert?

6 Geen vriendjespolitiek

Als dit gebod betrekking heeft op vriendjes wier bijdragen worden geplaatst omdat ze vriendjes zijn en nergens anders om… dan… ja, natuurlijk. Het is al een gebod van de informele logica. Maar bekend zijn met de kwaliteiten van een bevriend schrijver is een voordeel. Je kunt hem/haar vragen een bijdrage te leveren die past binnen een thematiek en/of die de kwaliteit van een nummer kan verhogen.

7 Onafhankelijkheid van de uitgever

De uitgever mag nooit het redactioneel beleid (mede) bepalen. Een redactie moet onafhankelijk zijn. Zeker. Maar samenspel tussen uitgever en redactie heeft grote voordelen. Er is niets tegen wanneer de uitgever schrijvers ‘doorstuurt’ naar het tijdschrift, zolang die tips maar vrijblijvend zijn. De redactie kan op haar beurt de uitgever adviseren over schrijvers die in het blad hebben gepubliceerd (meestal kent de redactie meer van hun werk dan wat in het tijdschrift werd afgedrukt).

8 De prijs afstemmen op het gebodene

Is het niet zo dat die prijs is gebaseerd op de productiekosten en de winst- of break-even-berekeningen van de uitgever? De lezer bepaalt of de kwaliteit van het blad de vastgestelde prijs billijkt.

9 Tijdschriften in estafettevorm uitbrengen. Je neemt een abonnement en krijgt iedere keer een ander tijdschrift toegestuurd, zodat je later een keuze kunt maken.

In deze opzet zie ik niets. Kranten en websites kunnen aangeven welke literaire tijdschriften er bestaan en wat ze te bieden hebben. Lezers willen niet zomaar een tijdschrift voor hun abonnementsgeld, ze willen een tijdschrift waarvoor ze bewust gekozen hebben, waar ze zich wel bij voelen.

10 Opheffen als er geen belangstelling voor is

Dat merk je vanzelf aan de verkoop van losse nummers en abonnementen. Een goede reden zou ook kunnen zijn dat de redactie de kwaliteit die zij nastreeft niet langer kan leveren. De formule is uitgewerkt, goede bijdragen blijven uit, de kwaliteit blijft afhankelijk van steeds dezelfde schrijvers… En er zijn meer oorzaken te bedenken.

Ter vervanging van Gebod 9 stel ik de volgende keuzemogelijkheden voor:

9.1 Mijd een veelkoppige redactie

Laat de inhoud nooit bepalen door het principe van ‘de meeste stemmen gelden’.

Een literair tijdschrift gaat uit van een concept. Volgens die richtlijn wordt het blad samengesteld, ‘gecomponeerd’. De keuze van stukken is geen democratisch, maar een artistiek proces. Laat iemand dat proces bewaken en daarbij openstaan voor suggesties, ideeën en adviezen van medewerkers en lezers. Problemen hoeven er niet te ontstaan. Over kwaliteit kun je het meestal wel eens worden en een goed stuk dat niet in een bepaalde uitgave past kan wel geschikt zijn voor een ander nummer. Het voordeel van een tijdschrift is dat het voortdurend in beweging is. Daarom is het ‘runnen’ ervan zo’n vitaal en stimulerend project.

9.2 Geen dubbelnummers

Dit excuus voor het niet tijdig kunnen produceren van een regulier nummer zal vooral door de abonnees met moeite worden aanvaard.

9.3 Geen journalistiek

Voor journalistieke bijdragen (nieuws, recensies, interviews, columns) bestaan andere media: websites, dagbladen, opiniebladen. Een literair tijdschrift schaf je aan voor literair proza, poëzie en essayistiek.

Dit bericht is geplaatst in Columns. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.