Requiem voor een boekhandelaar, door J.P. Bresser

De morgen op het Noordeinde begint voor hem zoals het al eeuwen gaat. De handelaar in boeken opent zijn winkel en voordat hij zijn jas uit heeft, loopt hij al even langs de tafels en kasten om zijn boeken te begroeten. Hij rangschikt ze zachtjes, aait een eersteling over zijn smalle rug en kan het niet laten een bundel nieuwe gedichten glimlachend open te slaan en erin te lezen. Dan hangt hij zijn jas op, maakt een kopje koffie en nestelt zich zichtbaar achter de kassa, die omringd is door literaire blikvangers. Tussen hem en nieuwsgierige voorbijgangers is alleen het raam van de etalage. Zo kijken hij en zijn boeken uit naar de komst van hun eerste koper.

De maatstaf van de handelaar in boeken is door de jaren heen onveranderd. Liefde voor literatuur, daar gaat het om. En daarmee een neus voor kwaliteit en voor talent. Koester je klassieken en bewonder de modernen. Even opgewonden over een nieuwe vertaling van de sonnetten van Shakespeare als over de slagvaardige lyriek van Ramsey Nasr. Vriendelijk en trefzeker wijst hij zijn bezoeker op de uitgelezen keuze. Op zijn hoogtijdagen wordt hij omringd door vaste klanten aan de leestafel of in de literaire salon. En altijd is er weer een liefhebber, die om iets van Couperus vraagt of van Thomas Mann.

Ik hou van de klassieke handelaar in boeken. Hij markeert beschaving in de stad. En smaak. En aanzien. Maar hij wordt helaas een minderheid. Hij verliest het van de onpersoonlijke webwinkel. Hans Spits in zo’n vertrouwde Haagse handelaar in boeken, al veertig jaar. Hans maakte van Buddenbrooks een erezaak, samen met zijn compagnon Lex. Tot het niet meer ging. Tot de klandizie te mager werd voor een levenslange liefde en een klein bestaan. En dan komt de slechte dag dat de boekwinkel moet sluiten, want zo zijn de tijden. Maar tot het voorgoed voorbij is, zit Hans Spits er nog iedere morgen, tot half juli. Tussen zijn boeken. En hij zal niet nalaten zijn literaire erfgoed tegen een zacht prijsje beleefd aan te prijzen.

AD/Haagsche Courant 16 juni 2011

Dit bericht is geplaatst in Columns. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.