Toen ik van de middelbare school kwam, ben ik in Amsterdam gaan studeren. Het had me veel moeite gekost mijn vader zover te krijgen dat dit mocht. We woonden in Leiden en ik had volgens hem veel beter (lees: goedkoper) in de eigen universiteitsstad kunnen gaan studeren, zodat ik thuis kon blijven wonen. Ik had in het Oosterpark op twee hoog een klein kamertje zonder verwarming bij een ouder, onderhurend echtpaar kunnen bemachtigen.
Om verschillende redenen heb ik al na een maand besloten toch maar in Leiden te gaan studeren, en om voorlopig ook weer thuis te gaan wonen. Mijn vader kwam me met de auto ophalen, waarna we mijn spulletjes inlaadden.
Hoe zou mijn leven zijn verlopen als ik in Amsterdam zou zijn gebleven? Ik heb me dat vaak afgevraagd. Ik zou alle mensen die ik daarna heb leren kennen nooit hebben ontmoet. Ik zou andere vrienden en vriendinnen hebben gehad. Ik zou misschien wel de liefde van mijn leven hebben gevonden, en met haar zijn getrouwd. En ik zou nu kinderen kunnen hebben. Ik neem ook aan dat ik een andere loopbaan zou hebben gehad.
Het leven van een mens is een aaneenschakeling van grote en kleine beslissingen van (allereerst) je ouders en (later) jouzelf, en wordt ook bepaald door datgene waar we niet over hebben te beslissen, Om maar te beginnen met ons chromosomencomplex: waar wordt je wanneer als jongen of als meisje geboren? Ben en blijf je gezond, en met welke talenten ben je toegerust? Verder is er nog iets dat wij “toeval” noemen: het onderdeel uitmaken van, en gestuurd worden door een wirwar van omstandigheden en gebeurtenissen in onze wereld, de jungle waarin wij leven.
Alles, maar dan ook alles zou anders zijn geweest als ik in Amsterdam zou zijn gebleven. Of toch niet? Zou het misschien op hetzelfde zijn neergekomen? Zou mijn leven in grote lijnen overeenkomstig zijn verlopen? Als je ergens anders heen gaat “neem je jezelf mee”, zegt men wel. En “het bloed kruipt waar het niet gaan kan” raakt hier ook aan. Want ik blijf toch de persoon die ik ben: een – zoals ik het nu zie – matig aantrekkelijke vent zonder X-factor, verstandig en vriendelijk, maar geen haantje de voorste. Ik zou natuurlijk andere mensen om me heen hebben gehad, maar het zou waarschijnlijk hetzelfde type vrienden zijn geweest. Ik zou wellicht vergelijkbare relaties met vrouwen hebben gehad. Zeer wel mogelijk zou ik ook ongetrouwd zijn gebleven, want ik ben niet iemand die gemakkelijk grote beslissingen neemt. Ik zal het nooit weten.
Dit blijft natuurlijk maar een gedachte-experiment met betrekking tot één beslissing, want we nemen (door doen en nalaten) dagelijks allerlei beslissingen (althans we denken die te nemen) die ons verdere leven beïnvloeden. Maar de beslissing om Amsterdam te verlaten spreekt tot de verbeelding, omdat deze cruciaal lijkt, en ik toen nog een heel leven te leven voor me had.
Mogelijk zijn grote beslissingen (om nog te zwijgen over de minder vergaande) minder bepalend voor het verdere verloop van ons leven dan we denken. Een beslissing is in onze ogen gelieerd aan de ratio en de eigen wil. Met een beslissing geven we zelf sturing aan ons leven. Maar wat doet ons welke beslissing nemen? Worden beslissingen niet eigenlijk door ons chromosomencomplex ingefluisterd? De weg van zorgzame en bezorgde ouder slaan wij bijvoorbeeld als jong volwassene als vanzelfsprekend in, hoewel we denken dat we deze zelf kiezen. Het is de natuur die aangeeft dat wij deze weg (willen) volgen. Een min of meer onbewust gedwongen weg van het leven dus.
Misschien wordt ons leven (meer dan we ons bewust zijn) grotendeels ingefluisterd door dit chromosomencomplex, ook als het lijkt te worden bepaald door de jungle waarin wij leven. Wellicht is het verschil tussen een beslissing nemen en een beslissing krijgen niet zo groot. Mogelijk is mijn beslissing om Amsterdam te verlaten mij ook ingefluisterd. En zou het leven van Mr. Nobody en van Helen in hun alternatieve leven (uiteindelijk) wel zo anders zijn geweest? Het blijft een mooi onderwerp om over te fantaseren, of om een film over te maken.