Julien Larroque, Een droomverzoek vanuit Finland

Riikka Pulkkinen, voor ik maar een letter van haar debuutroman gelezen had, een van mijn favoriete schrijfsters. Ach, ik heb altijd al een zwak gehad voor artistieke brunettes, liefst een beetje excentriek, melancholisch en knap. Ben ik op zoek naar een ideale weerspiegeling? Oeps, dat klinkt verwaand maar wees gerust; als ik in de spiegel kijk zie ik doorgaans iets compleet anders. In een van mijn talrijke dagdromen vormen Riikka en ik een weergaloos schrijversduo. We zijn bezig met het schrijven van een ludieke, romantisch en melancholische roman. Ja ja, een verhaal dat een flink aantal mensen over de wereld zal meeslepen; naar een ander licht, een ander bestaan, op andere gedachtes. Om nog maar te zwijgen over de filmrechten. Ik ben benieuwd wie ze voor de hoofdrollen casten.

Ergens in Finland verblijven we samen in een afgelegen houten buitenhuisje. De eenvoudige constructie ligt via krakkemikkige vlonders aan een gigantisch afgelegen meer. Ik heb er nog geen prehistorische zeemonsters kunnen bekennen maar blijf hoopvol turen. Als ik in de loop van een koude ochtend vermoeid geraak en mij ongeconcentreerd achter de laptop bevind. Het even niet meer weet (iets wat veel te vaak voorkomt) neemt Riikka het van mij over. Ik maak plaats en ze gaat zitten. Nauwkeurig leest ze mijn werk door, verzinkt in gedachten en begint op zwierige wijze verder te typen, de schat.

Met een teveel aan gedachtes over personages en subplots loop ik naar de keuken. Daar schenk ik twee glazen jus’d orange in. Mijn jus mix ik met enkele centimeters wodka. Haar oranje gezondere glas zet ik op een onderzettertje binnen haar handbereik. Ze merkt het niet, kijkt niet op of om, zo driftig is ze bezig de meest prachtige zinsconstructies te formuleren. Ik moet haar nu niet storen. Zulke momenten van concentratie en creativiteit onderbreken is ronduit misdadig. Onder het heerlijke geruststellende getik van het toetsenbord lees ik een krantje met mijn smakelijke ‘screwdriver’.

Verschillende sandwiches, salades en een thermoskan hete koffie heb ik om twaalf uur in de buitenlucht klaarstaan. Riikka ruikt de koffie, strekt zich uit, staat op en likt haar lippen. Niet voor voor niets, want met een vluchtige smakelijke kus nemen we afscheid van de ochtend. We betreden de scheve vlonders van het veranda waar twee stoeltjes en een wit rond tafeltje klaarstaan. De heldere Finse lucht is ijzig koud, maar gelukkig staat er geen wind. Ik sluit mijn ogen en adem de koele lucht langzaam in. We genieten van de verfrissing en versnaperingen en zien dat zich een dun laagje ijs op het meer begint te vormen.

Tijdens het eten bespreken we (te) gecompliceerde plotontwikkelingen en of bepaalde personages nou wel of niet moeten sterven. Scheppers in overleg over het (nood)lot van onze creaturen. Als onze personages dat eens wisten! We bereiken een soort van overeenstemming en Riikka oppert avondplannen waarin ze wil dansen. Jammer genoeg ben ik zo’n beetje ‘s werelds slechtste danser. Stiekem danslessen nemen, prent ik me in.  Een sauna na het avondeten zou trouwens niet verkeerd zijn, bedenk ik me. Of ik daarna in dat halfbevroren meer plons zoals het hoort? Verzakt je hart dan écht niet? Dat zou zo’n domper zijn.

Riikka ruimt af en het is weer mijn beurt plaats te nemen achter de laptop. Hetgeen zij die ochtend getypt heeft past perfect en ik ga verder waar zij eindigde. Na twee uur ploeteren, waarin de backspace helaas vaak gebruikt is, bedenk ik plots een enerverende sleutelpassage. Ik voel een verkwikking en een woordenstroom ontstaat. Essentiële pagina’s voor de ontknoping vloeien vanuit gedachtegangen naar vingers en verschijnen op het scherm. De verse zinnen lijken nagenoeg vergeten jeugdvrienden. Al jarenlang uit het oog maar nog nét niet uit het hart verloren. En daar staan ze plots; op het beeldscherm voor mijn neus! Waar ze zomaar vandaan komen weet ik niet. Misschien heb ik ze ooit gedroomd, wilden ze altijd al teruggevonden, herinnerd worden.

Als de zon in tweeën is doorklieft en langzaam lijkt te verdrinken in het meer leest Riikka de passage. Ze geraakt ontroerd, wat mij dan weer ontroerd. Liefdevol slaat ze haar armen om me heen. En inderdaad zeg, onze roman wordt dat magnus opus, een daverend succes. Criticasters zijn lovend. Het wordt vertaald in elke taal denkbaar en door velen met plezier verslonden. Uiteraard vertellen we nimmer wie wat heeft geschreven, maar het aantal letters is gek genoeg exact evenveel.

Natuurlijk is het maar een kwestie van tijd voordat dit alles werkelijkheid wordt. Via via via las ik ergens haar naam. En even dacht ik dat Riikka’s eigen debuutroman hier een goed bewaard geheim was. Een verborgen verhaal wat slechts een enkeling in Nederland gelezen had. Totdat plots een mega- affiche van haar debuutroman recht tegenover mijn huis hing! Haar verhaal, haar boek was vanuit Finland afgereisd en toonde zich in mijn eigen straat! Ik stond er even van te kijken.

Mijn debuutroman is nog in de maak. Het is een antwoord op haar roman, affiche en voorstel. Of ik even iets wil terugsturen, zo voelt het. Het is wat anders dan een sms’je. Dus ben ik begonnen met het schrijven van een roman die zal afreizen naar Finland. Vandaar dat ik maar snel doorschrijf want wanneer mijn roman zich via een affiche vertoont in Finland, in haar straat, tegenover haar huis, zullen we vast verheugd zijn. Verblijd dat ik heb kunnen ingegaan op haar verzoek. Stond ze me nu maar vast bij, dan ging het vlotter. Maar goed, dat is de volgorde nou eenmaal niet. Schrijven voor haar en zonder haar is eenzaam, maar is dat niet het welbekende lot van elke schrijver? Oh en mijn weerspiegeling is deze dan veranderd?

Dit bericht is geplaatst in Columns. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.