In de Middeleeuwen begonnen vele gelovigen hun bedevaartstocht naar Santiago de Compostella vanuit de Grote Kerk in Den Haag. Een bedevaart vol fysieke beproevingen waar elke voetstap de gelovige dichter bij God brengt. Dat is het vlammende doel waar zij heilig in geloven. Niet anders is het met de miljoenen bedevaartgangers die jaarlijks naar Mekka gaan voor de hajj. Zij komen vanuit alle windstreken aangevlogen. Ook vanuit Den Haag, zoals mijn 70-jarige moeder Amida Bachnoe-Joemmanbaks. Zij vertrok op 4 september jongstleden samen met haar acht in Suriname wonende ooms en tantes. Gehoor gevend aan de roep van haar hart ondanks de hoge leeftijd.
Het was een pittige periode ook voor de familie die achterbleef. In een speciale Whatsapp groep deelden de achterblijvers informatie met elkaar. Zo waren ze virtueel met elkaar en met de pelgrims in Saudi-Arabië verbonden. Wat mij opviel in deze periode is dat er in de Nederlandse pers en ook bij mij, niet het besef was dat er drieduizend (!) Nederlanders op hajj waren en dat deze reis een enorme impact heeft. Zeker toen de dramatische gebeurtenissen zich ontvouwden met als gevolg vele honderden doden.
Bij aankomst op Schiphol werd duidelijk hoe groot de spanning was geweest, meer nog dan in voorgaande jaren. De bedevaartgangers werden huilend onthaald als helden met spandoeken en welkomstliederen. Ze kregen bloemenslingers omgehangen en er waren dadels en thee. Samen met de familie hebben we de verhalen en foto’s vastgelegd. Dit is een kort stukje geschreven met het verhaal van mijn moeder.
Op de dag dat ik terugkeerde naar Nederland prijkte er een supermaan aan de hemel die veranderde in een bloedmaan. Die bloedmaan staat voor mij symbool voor de bloedigste hajj in vijfentwintig jaar. Het staat symbool voor de bescherming die Allah onze groep heeft gegeven. Bescherming die werd versterkt door de dua’s (gebden) van de familie in Nederland en Suriname.
We waren beschermd toen op 11 september de storm uitbrak die de kraan deed neerstorten op de moskee. We waren beschermd doordat we op tijd de plek hadden verlaten in Mina waar niet veel later vele honderden bedevaartgangers het leven zouden laten. We waren beschermd doordat we telkens de weg naar elkaar terug wisten te vinden ondanks de miljoenen mensen.
Ik kan nog steeds niet onder woorden brengen wat ik allemaal heb gezien, ervaren en gevoeld. Het was overweldigend om in de voetsporen van de profeet te lopen. Om zijn graf te zien. Om de heilige plekken waar ik over las in de Koran en in de Hadith met eigen ogen te zien, dat is een zegen. Om mijn plicht als moslim te hebben volbracht. Ik heb nog meer respect gekregen voor mensen die de hajj volbrengen. Ik weet nu hoe zwaar het is bij die overweldigende hitte. ’s Ochtends vroeg om tien uur was het kwik al opgelopen tot 43 graden en in de middag soms tot 48 graden. Zonder een zuchtje wind. Ik heb alleen nog meer respect voor de profeet en zijn volgelingen gekregen.
Dat ik de hajj met mijn ooms en tantes heb mogen doen, is een zegen. Het deed me af en toe denken aan mijn kindertijd, toen mijn veel te vroeg overleden vader Hamied mij meenam naar de religieuze bijeenkomsten bij dada (opa) thuis. De liefde voor mijn geloof is daar ontstaan en is sindsdien alleen maar sterker geworden. Voor mij is het volbrengen van de hajj niet alleen het volbrengen van een islamitische religieuze plicht en het uitkomen van een langgekoesterde wens, maar vooral ook een kroon op mijn leven.
Ik dank mijn ooms en tantes voor deze onvergetelijke ervaring. Geen onvertogen woord is gevallen, we steunden elkaar onvoorwaardelijk vanuit een liefde voor elkaar. We vonden kracht in ons geloof en bij elkaar. Samen hebben we onze plicht volbracht.
Mijn gebedskleedje waar ik in Mekka mijn gebeden op verrichtte, heb ik opgerold en meegenomen. Het is een stille getuige van mijn hajj. Ik zal er in Nederland op blijven neerknielen voor Allah. Uit dankbaarheid.