Het beeld, door Michiel Hanon

van enkele feestelijk uitgedoste, zojuist voor hun eindexamen geslaagde studenten, die in een fleurig versierde roze Buick cabriolet 1950 langzaam langs het Paleis Noordeinde rijden, op weg naar de boulevard van Scheveningen, om voor het laatst gezellig samen uit te gaan,

met een vage wens om bij elkaar troost te zoeken wegens het moeten afsluiten van een mooie periode in hun leven, terwijl vruchteloos wordt getracht de tijd te stoppen en het naderende afscheid uit te stellen,

onbewust van de daar aanwezige, voor hen symbolische grens tussen twee werelden, op welke punt zij – alvorens te gaan feesten – gezamenlijk verwachtingsvol maar nederig over zee zouden moeten uitkijken, en – als bij een soort kerkgang – de wens van een goede toekomst voor zich uit zouden moeten prevelen,

nog nauwelijks bewust van die lonkende, onbekende toekomst, van de aan de nieuwe status van jong volwassene verbonden verantwoordelijkheid voor werk en gezin, naar welke rol een deel van de groep reeds de eerste stappen zette,

nog onbewust van het nog ver in de toekomst liggende tijdstip waarop zij elkaar bij de eerste reünie zullen weerzien, bij welke gelegenheid zal worden geconstateerd dat hij of zij al dan niet is veranderd, maar goed terecht gekomen en toch wel wat dikker geworden, en oude verhalen zullen worden opgehaald over die onbezorgde tijd van studeren, luieren en feesten, terwijl van enkele afwezigen vernomen zal zijn of worden dat het niet zo goed met hen is verlopen,

als gevolg van het toevallig getuige zijn van welk beeld bij een al wat oudere, zojuist langs Willem van Oranje lopende man het beeld terugkomt van de dag waarop hij afscheid nam van zijn studievrienden,

dat hem er toe zal brengen weer contact te zoeken met die goede vriend uit zijn studietijd die niet op de laatste reünie aanwezig was, kennelijk omdat het leven hem niet had gebracht wat hij ervan had verwacht, toen zij met elkaar in een rode 2CV 1963 naar Scheveningen reden, en hij op die reünie niet geconfronteerd wilde worden met het oneerlijke en onvermijdelijke verschil in het geluk dat mensen in hun leven ten deel valt.

Dit bericht is geplaatst in Columns en getagd. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.