De puzzel is gelegd
Alle stukjes aan elkaar
Gehecht, het echtpaar
Heeft weinig gezegd
Tijdens het spel, dat
Begon met een kus
En op een tel van rust
Met kroost daar, was
Het gedaan. Onderhuids
Bleef het mooi sores
En nul op rekest
Dat volgde op de ruis
Van de koele onmin
En aparte bedden
Met weinig te vergeven
Door muren onzin
En misverstanden. De
Puzzel is af. Verstild
Het mistig vergezicht
Wreed het staren.