Canis Giganteus, door Theo van der Wacht

Het in iedere wetenschappelijke sterrenatlas ontbrekende sterrenbeeld Canis Giganteus  (Reusachtige Hond) – niet te verwarren met het bestaande, de Grote Hond – wordt niet alleen door Marco Polo enkele malen genoemd in het apocriefe deel van zijn gedenkschriften, ook wordt in de door toedoen van keizer Kubla Khan bewaarde antieke Mongoolse poëzie cryptisch melding gemaakt van een sterrenconstellatie die volledig aan de beschrijving van de laat-middeleeuwse Venetiaan voldoet. De Genuese inquisitie die Marco Polo ondervroeg  over diens ongehoorde wederwaardigheden tijdens zijn reizen en langdurige verblijven in die toen nog voor de westerling vrijwel onbekende midden- en verre oosterse gebieden, verdacht hem al gauw van zo geen satanisme dan toch wel van buitensporige fantasieën, en legde het voor de clerus van die tijd logische verband tussen Marco’s kennelijke bekoring voor exotische – lees: heidense – goden en rituelen, en diens opzienbarende vermelding van de kortstondige verschijning aan het firmament van bovengenoemd sterrenbeeld. Volgens Marco Polo zou dit verschijnsel – vele keren helderder dan de planeet Venus – meerdere etmalen! aan de westelijke sterrenhemel te aanschouwen zijn geweest. In Pauselijk Rome was men er al gauw van overtuigd dat men hier te doen had met een bovennatuurlijke boodschap, de naam Lucifer ging er weldra als het lopend vuurtje rond, immers het waargenomen object beschikte over een wisselend aantal roodgloeiende ogen, en was er ooit niet voorspeld dat op onzekere dag een leger gevallen engelen op onze zondige planeet zou neerdalen…Sindsdien is het opmerkelijk hoe het teken hond zich ook in de Christelijke kunst en cultuur wijd en zijd heeft vermenigvuldigd en verspreid, zowel in de beeldhouwkunst – denk aan al die middeleeuwse grafsculpturen – als in de schilderkunst – zie het fameuze hondje op De bruiloft van Arnolfini van Jan van Eyck – als ook in de westerse literatuur – van Dante tot op de dag van vandaag figureren daar tal van Cerberussen, poedels en  Hounds of the Baskervilles…
En aldus geraakte onze gehele westerse samenleving onder de invloed van een dier dat zich opdelend in tal van rassen en soorten, gewapend met een keur aan hondse eigenschappen, in dienst stelde van zijn heer en meester(es) de mens. Was het de slang die Adam en zijn gade uit het paradijs verdreef, een hondenrasachtige verwelkomde de ene na de andere generatie verdoemden bij hun aankomst in de Hel, en reken maar dat befaamde zondaars als een Faust, een Don Juan en vanzelf ook marquis De Sade niet aan de speurneus van deze veelkoppige pitbull zijn ontsnapt. En kijk, de op een na grootste godsdienst ter wereld weet waarover zij het heeft wanneer ze de hond als onrein bestempelt, en ons – al dan niet praktiserende Christenen – voor christenhonden uitmaakt.

Dit bericht is geplaatst in Columns. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.