Het stond vanmorgen in de krant.
De Aldi ligt aan de rand van de stad, tegenover een appartementencomplex. De supermarkt is in een oud pand gevestigd en is net zo ‘basic’ als de klanten die er komen. De glazen schuifdeuren gaan steeds uitnodigend open, ook als je er geen boodschappen wilt doen.
Links, bij de inpaktafels, vind je de kassa en een schap met koopjes. Het zijn aanbiedingen die zo voordelig zijn dat niemand belangstelling heeft. Al jaren stap ik opgewekt met mijn boodschappentas naar binnen en ga ik op zoek naar eieren, afwasmiddel en wafels. Goedkoper bestaat niet.
Ik kom steeds dezelfde klanten tegen: een mevrouw met een haarnetje en rollator die tussen de koekjes rommelt, een allochtone man die zijn winkelkarretje met melkpakken vult en een schuwe bewoner van de dagopvang met een lappenpop op de arm. Wij groeten elkaar nooit, want dat is niet gebruikelijk.
Toen ik gisteren tussen de afwasmiddelen naar een flacon met ‘Duftstoffe’ zocht, werd ik op mijn schouder getikt. ‘De Aldi gaat dicht,’ zei het haarnetje en ze kneep verbitterd in een rol chocoladeflikken.
‘Wat erg,’ zei ik en ik liet het afwasmiddel in mijn boodschappenmandje glijden.
‘Ik woon hier tegenover,’ vervolgde ze ‘en nu weet ik het ook niet meer.’
‘Wat weet u niet meer?’ vroeg ik verbaasd.
Ze keek mij nijdig aan. ‘Waar ik mijn boodschappen moet doen.’
Ik dacht even na, in de veronderstelling verkerend dat van mij een oplossing werd verwacht. Ineens wist ik het. ‘In de stad,’ zei ik triomfantelijk.
Ze lachte schamper en liet de rollator een ‘wheelie’ maken.
De allochtone man die zijn winkelkarretje met melkpakken had gevuld, mengde zich in ons gesprek. ‘Geen auto,’ verklaarde hij wanhopig naar de pakken wijzend, ‘hoe nu verder?’
Op het moment dat ik wilde zeggen dat ik wel een auto had, realiseerde ik mij plotseling dat ik niet altijd in de mogelijkheid verkeerde om met die man naar een super te rijden. Wellicht zou de vrouw met rollator ook mee willen gaan. En wie moest dan de afspraken op elkaar afstemmen?
‘Misschien komt er een nieuwe winkel in dit pand,’ liet ik mij ontvallen. Aan de gezichten van de klanten kon ik zien dat ik niet geloofwaardig overkwam.
De bewoner van de dagopvang was nieuwsgierig genaderd. Ze klemde een lappenpop tegen zich aan en ze dronk uit een blikje bier.
Ik staarde naar de versleten winkelvloer en de eenvoudige uitstalling van witlof in kartonnen dozen en doperwten in blik. Ofschoon wij elkaar niet kennen en niet groeten zijn wij in staat om razendsnel een verbond te sluiten wanneer onrecht in het spel is.
‘Misschien kan het personeel ons verder helpen,’ stelde ik voor.
De medewerkers van de Aldi zijn breed inzetbaar. Als de caissière niet hoeft af te rekenen, vult ze de voorraad aan of eet een boterham. Het maakt haar niet uit wat ze doet, als het maar zes uur wordt.
Bij de afdeling textiel en waxinelichtjes trof ik een medewerkster aan die in rap tempo de schappen vulde. Ik schraapte mijn keel en verzamelde moed. ‘Ik spreek namens alle klanten,’ sprak ik ernstig, ‘er gaan grote problemen ontstaan als de Aldi sluit. Meneer daar heeft geen auto en mevrouw kan met haar vervoermiddel het stadscentrum niet bereiken. Bovendien mis ik de koopjes bij de kassa.’ Hoewel ik dit laatste argument minder sterk vond, maakte het, alles bij elkaar opgeteld, misschien het verschil.
‘Ons wordt niets gevraagd,’ zei de winkelbediende zonder haar werk te onderbreken en ze verwijderde een fles azijn die tussen de sportsokken lag.
‘Wat vindt u er nou van?’ hield ik aan.
De vrouw draaide zich om. ‘U begrijpt het niet,’ zei ze, ‘de Aldi gaat dicht.’
Sprakeloos keek ik haar aan. Ik wilde iets zeggen over stakingen, boycot en andere machtsmiddelen die wij in Nederland gebruiken als wij onze zin niet krijgen, echter iedereen was weggelopen en stond bij de kassa, behalve de klant met de lappenpop.
‘Zo gaat dat altijd,’ zei ze en ze nam een slokje bier.
Ik aaide haar knuffel en ik rekende ‘Spülmittel mit Duftstoffe’ af.
De schuifdeuren openden zich vanzelf, voor de laatste keer.
Pingback: ‘De Aldi gaat dicht’ van Niek Bremen – Uitgeverij In de Knipscheer