Nederlandse schrijvers kleden zich bedroevend slecht, volgens Arno Kantelberg, hoofdredacteur van lifestyle magazine Esquire. (Trouw 21 November). Schrijvers, stijl zit ook in uw kleding!
Eigenlijk kan alleen Jules Deelder op zijn bewondering rekenen. ‘Terwijl zijn collega’s in de jaren zeventig lang en onbestemd haar droegen, kamde hij het plat naar achteren. Hij onderscheidde zich ook met zijden shawls, monocle, en korte fluwelen jasjes, altijd op z’n Italiaans, zonder split van achteren.
Zijn directe voórgangers zijn Harry Mulisch en Couperus, geaffecteerde ijdeltuiten, dandy’s, tot leven gekomen romanpersonages.’
Voor de rest van schrijversbende geldt, volgens Kantelberg, voor met name Arnon Grunberg en Ilja Leonard Pfeiffer (‘de zigeunerkoning van Genua’) het volgende: ‘Het lijkt soms wel alsof er voor schrijvers een taboe op rust om met hun uiterlijk bezig te zijn, alsof je dan oppervlakkig bent.’
Twaalf jaar lang leidde ik de Stadspartij Rotterdam. Lijstduwer was Jules Deelder. ‘Lijstdouwer’, noemde hij zichzelf. Nooit een onvertogen woord van zijn kant over mijn ‘saaie’ outfit gehoord.
Dat was wel anders met die andere dandy, die toentertijd zo noodlottig mijn levenspad heeft gekruist en met de rechtervleugel van mijn partij naar de horizon verdween…
Ik heb het over Pim Fortuyn. Voorop partijvoorzitter Ferry Veen ( ‘Fast Ferry’), op de voet gevolgd door Ronald Sørensen en Barry Madlener. Beiden later, na het debacle van LPF, nog hoog gestegen in Wilders’ PVV, de een als senator, de ander als Europarlementariër.
Ronald Sørensen is inmiddels nog verder naar rechts opgeschoven. Hij noemt zich tegenwoordig Trump-aanhanger. Trump-aanhanger in Nederland, hoe ver heen kun je zijn!
Ik had toentertijd een column in HN, Hervormd Nederland (dat weekblad bestaat inmiddels niet meer). Daarin had ik geschreven, en dat woord ‘dartelt’ nog steeds over het internet: ‘Fortuyn is een fascist in Armani-pak!’
Dat klinkt hard. Maar over het rechtspopulisme hangt nu eenmaal de schaduw van het fascisme, zoals over het socialisme en communisme de schaduw van het Stalinisme hangt, over de Islam de schaduw van het Jihadisme, en, last but not least, over het liberalisme de schaduw van het kapitalisme.
Het is zaak voor de vertegenwoordigers van bovengenoemde stromingen die schaduw zo klein mogelijk te houden. Helemaal verdwijnen zal die nooit, de mens is nu eenmaal niet enkel goed.
Maar ik heb niet de indruk dat de hedendaagse rechts-populistische leiders Geert Wilders en Thierry Baudet ook maar enige moeite doen om hun schaduwkant in te tomen. Integendeel. Zij spreken openlijk hun bewondering uit voor een autocraat als Poetin en onderhouden warme contacten met de ultrarechtse beweging Alt Right in de VS. Van zulke mensen heeft de democratie weinig te verwachten.
Over die column in Hervormd Nederland werd ik toentertijd door Pim Fortuyn gebeld:’Manuel, jij weet ook niets van Fashion! Dat is je trouwens aan te zien. Je kleedt je beroerd. Dat is geen Armani-pak, dat ik draag, dat is een Ermenegildo Zegna-pak!’
‘O, ik dacht dat je over het woord “fascist” gevallen was…’
‘Ja, dat ook!’
Niet het onverzorgde uiterlijk van sommige schrijvers in Nederland is het probleem maar het (desastreuze) optreden van dandy’s in de vaderlandse politiek.
Na dandy Pim dandy Geert en dandy Thierry.
Geert Wilders een Limburgse Indischjongen, die zijn haar geel verft om maar meer Hollander dan de Hollanders te zijn, meer kaaskop dan de kaaskoppen .
Thierry Baudet die op een piano pingelt waarboven een lavendelzakje hangt .
Over deze curieuze verschijnselen van uiterlijk vertoon hoor je Esquire niet .
Maar misschien had ik toentertijd Pim Fortuyn gevatter kunnen antwoorden met een befaamd woord van Picasso.
De dichter-dandy Jean Cocteau viel zijn vriend Pablo nogal eens lastig over diens ‘eenvoudige’ manier van kleden. Picasso placht daarop te antwoorden: ‘Jean, als de Edele Delen maar bedekt zijn, is dat ruim voldoende voor een MAN!’
En aan dat woord houd ik mij.