Licht

Nav Zó Hollands –Het Hollandse landschap in de Nederlandse kunst sinds 1850,
Frans Hals Museum, De Hallen Haarlem (cg)

Luchten boven een landschap bepalen de stemming van dat landschap. ‘Wat voor licht had je gedacht voor die scène?’ vraagt de lichtman aan de regisseur van het stuk. Die vraag stelt de landschapschilder zichzelf. En net als de lichtman in het theater kan hij kleuren mengen totdat hij de sfeer heeft die hij zoekt. De lucht maakt het land licht of zwaar/donker, met alle stemmingen daartussenin.

De tentoonstelling in Haarlem over ‘Het Hollandse landschap’ biedt ook abstraheringen, licht zonder landschap, licht in leegte. Het licht valt dan op de beschouwer van het doek. Dat licht kan zo sterk zijn dat het ongefilterd bij de beschouwer binnenkomt en hallucinerend gaat werken. Er is één kunstwerk op de tentoonstelling dat die uitwerking heeft en alleen dat kunstwerk maakt de gang naar De Hallen al de moeite waard. Ik heb het over het titelloze drieluik van Jan Wolkers dat een gehele muur van de zijzaal op één hoog beslaat, olieverf op doek, drie bij zes meter. Geïnspireerd door zijn werk met glas en het Texelse licht is de kunstenaar erin geslaagd zijn dooreenwerking van vlekjes in blauw, paars, wit, groen en alle tussenliggende kleuren te laten stralen. Je staat voor het kunstwerk en knippert met je ogen. Het is zinloos een foto van het drieluik aan dit stukje proza toe te voegen. Zo’n afbeelding zou niet meer zijn dan een substraat. De magie bevindt zich tussen het doek en de beschouwer in. Wolkers was een groot kunstenaar.

Dit bericht is geplaatst in Columns. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.