“Socialism never took root in America because the poor see themselves not as an exploited proletariat but as temporarily embarrassed millionaires.”
Aan deze tekst, die al dan niet terecht wordt toegeschreven aan John Steinbeck, moest ik denken terwijl ik winkelde in Portugal. Wat in de jaren twintig/dertig gold voor Amerika geldt nu voor vrijwel de hele wereld. Waar zijn de socialisten gebleven? Anders gezegd, wie is er nog socialist of wat bedoelen we er eigenlijk mee? Bestaan er nog arbeiders, anders dan de Nepalezen of Indiërs die hier in Portugal voor pakweg 3 euro per uur de frambozen plukken in de plastic kassen die overal als witte ballonnen in de velden verschijnen. (Een beeld dat aan de beurs doet denken.) Er wordt ruimte gemaakt door opruiming van authenticiteit, van amandelbomen waarvan de amandelen al jaren niet meer geplukt worden. Te arbeidsintensief. Frambozen zijn economisch meer verantwoord. Ik herinner me nog uit vroege jeugdjaren toen ik bij een ‘oom tuinder’ logeerde, dat een framboos bijzonder was. Zeldzame vruchtjes voor rijke mensen. Zeldzaamheid is wellicht het woord. En tevens bereikbaarheid. De framboos als symbool voor het afkalvend traditioneel socialisme en de nieuwe economie. Eet framboos en voel je miljonair.
Een verre vriend sprak enige tijd geleden zijn bewondering uit voor een moderne grote Albert Heijn in een verbouwd winkelcentrum. Hij deed dit op Facebook, het toneel waarop mensen hun frambozen tonen. Kijk mij eens boeiend, leuk, warm, intelligent en modern leven. Mooi winkelen hoort daar bij. De showroom van bereikbaarheid. Opmerkelijk genoeg is zo’n Albert Heijn maar een dwerg vergeleken met – ik noem er maar eentje – de Continente in Portugal, een landje met slechts 10 miljoen inwoners (vs de 17 miljoen bij ons op de halve oppervlakte), overeind geholpen/gehouden met Europees geld. Nog groter is het verschil in ‘winkelcentra’. Hiermee pakken de Portugezen pas echt uit, zowel in formaat als architectonisch. Mensen gaan hier hele zondagen met gezin of familie naar het winkelcentrum en er worden vakantiereizen georganiseerd naar bijvoorbeeld Dolce Vita Tejo (142.000 m2, 300+ winkels) in Lissabon. De naam zegt het al: het zoete leven aan de Taag.
Als je in zo’n winkelcentrum rond dwaalt zie je alleen maar miljonairs. De overvloed ligt voor het grijpen en niemand voelt zich door gebrek aan contanten in verlegenheid gebracht (no embarrassment), want alles is met geleend geld te betalen. Het mooie is dat dit rijkdomgevoel voor een paar centen bevestigd kan worden, door bijvoorbeeld een espresso te drinken op een van de vele terrasjes en hiervoor niet meer dan hooguit 80 cent te betalen (meestal 65 cent).
Waarom was ik in het winkelcentrum? We hebben een nieuwe koelkast nodig. Nodig? De oude koelt nog prima maar staat continu te stampen en te grommen, het beest slurpt energie. We willen A++ minstens want elektriciteit is in Portugal belachelijk duur. En zeldzaam, er is eigenlijk maar één aanbieder, een monopolist genaamd Electricidade de Portugal. China en Quatar zijn de grootste aandeelhouders. Hoe heet dit ook al weer? Kroonjuwelen verkopen. Maar er is gelukkig keuze genoeg in energiezuinige koelkasten, bijna net zoveel als in LED televisies. Al wil je een Smeg van meer dan 3000 euro. Niet zeldzaam meer. Bereikbaar met korting en een lening via je klantenkaart.
“Laten zij die overvloed hebben eraan denken dat ze zijn omgeven met doornen, en laten ze goed oppassen dat ze er niet door geprikt worden.” – Johannes Calvijn.
Gelukkig hebben frambozenstruiken maar kleine stekeltjes, die je nauwelijks voelt.
Voel je rijk en gelukkig in het winkelparadijs.