Je hoeft niet zelf te kunnen zingen
om te weten hoe het klinken moet.
Leunstoel, flesje port en laat maar komen.
Melodieën die een volkslied kunnen dragen.
Aangezet als ongeplande revoluties, even
achteloos weer opgegeven voor een ijle
trilling, hoog en schichtig. Dwaaltocht meer
dan uitrolmars van stalen strategieën.
Koortsbevangen zwanenzang. Een schril
verwenste odyssee van moeten, uit op
waarheid, zielsgenade en voldoening.
Aanklacht tegen lot en leugen. Missie van
het groot gemis. Tot credo het verlangen.
Trof niet zo zeker Slauerhoff, voer nooit
de boeg van Branco in op al die argeloze
kusten … op drift nu niet complete volkeren,
geen weet of richting vaag vermoeden,
tolk noch stem ons minst gekende zeer.
Daar zit je in je grachtenpand, de muren
vol met smaak en afbetaald, je wederhelft
verzonken en een platenspeler op herhalen.