Wachtend in Den Haag op de gouden tram
die van Nirwana
naar het Scheveningse strand, bad ik:
Broeder Duin, ik dank u voor uw deemoed
Zuster Strand, ik dank u voor uw naaktheid
Broeder Zee, ik dank u voor uw golfslag
Dat alles bad ik, terwijl ik Broeder Badpak
thuis had laten liggen…
Er zat niets anders op
(‘Here comes the Sun…’)
dan naakt naar het naaktstrand
om te preken tot de meeuwen, zo welsprekend
als ooit Franciscus van Assisi
tot de vogels van Toscane
en tot de kanoetsteltlopers, vrolijk trippend
langs de vloedlijn…
en tot de zonaanbidsters met hun halo
van geheiligd boter-
blond
de suntanned Zusters Zonnebrand
Hot! Hot! Hot!
hun favoriete zomerhit:
Franciscus’ Zonnelied
Laudato si….
En Zuster Zeester. En Zuster Zeewier.
En Broeder
Kwal!