Existentiële twijfels zijn voor watjes
En ik ben me er een
Dus sluit me vooral op in een kamp
Christendom als het moet
Maar ach zolang de luchten blauw zijn
Zien we niks
En zodra de luchten zwart zien
Zijn we niks
Dan een kerktoren die tot twaalf telt
Maar bij elf stopt
Het is die ene seconde die je afmaakt
Waardoor jij niets af kan maken
Voor het einde moet het gedaan zijn dus
Wat het bij God ook is
Weet je misschien op de twaalfde
Wanneer je er niet bent
Niks meer dan een verregende krant
En geen melk in de kast
Net alsof je denkt een ster te zien
Maar het een vliegtuig blijkt te zijn
Het is wachten op verlossing
En wachten en wachten
En wachten
Het is als stank voor dank
Voor je uitgeleende luchtverfrisser
Of als een blik op de klok
Die stil staat
Het zijn oneindig veel seconden
Binnen één minuut
En wachten
Alle begin is moeilijk
Als een startschot zonder kogels
Schiet op schiet op schiet op
We moeten doen wat we moeten doen
Wat dat ook is
Weet de goede God
Die in een fantasietje opgesloten zit
Kijk maar naar de horizon hoor
Je ziet alleen een streep
Waarachter de regenboog verdwijnt
Het is het beginnersgeluk van een doodgeboren baby
Alhoewel hij een stap op je voorliep
Draai een glimlach van je lippen
Doe dan
Even over het moment stappen
Meer vraagt het niet
Tuurlijk werkt de tijd niet mee
Zij tikt gewoon door
Een twee drie oneindig
En dan nog een keer
Moeilijk moeilijk
’T is als het leven van een koe
In de vleesfabriek
Ren door de weide
Vlucht
De regen in en
Drink de zoete vrijheid
Al is het een fantasietje