Column Esther Didden Extaze in Pulchri

Afgelopen oktober was in het programma Boeken van Wim Brands schrijver Oek de Jong te gast. Aanleiding was zijn essay Wat alleen de roman kan zeggen. Het gesprek ontwikkelt zich zo dat Oek de Jong een citaat van de Amerikaanse auteur Philip Roth aanhaalt: niet de roman sterft uit maar de lezer. Wim Brands veert op, kan De Jong dit nader toelichten. Dat kan hij.  Het kunnen lezen van literatuur, het begrijpen van literaire complexiteit, is een vaardigheid die niet zo populair is tegenwoordig.  En dan gaat het onvermijdelijk over onderwijs zegt De Jong. Hij heeft respect voor alle leraren Nederlands die er nog wat van willen maken. Vervolgens vertelt hij een anekdote die ik graag met u deel. Regelmatig gaat De Jong,  op verzoek van middelbare scholen,  in gesprek met 6 VWO-ers over zijn werk. Laatst schoof er een knaap bij hem aan, best een aardig joch. De Jong geeft aan dat hij wat voorzichtig vraagt of de jongen iets van hem gelezen heeft. Alleen de eerste bladzijde uit Opwaaiende Zomerjurken luidt het antwoord. Hij moet een werkstuk maken over de ontmoeting met Oek de Jong, diens boeken lezen is dan niet echt nodig,  maar als dit gesprek hem bevalt dan zal hij misschien wel iets van Oek de Jong gaan lezen.

Op mijn boekenlijst van de middelbare school stond Opwaaiende zomerjurken, ik heb dat boek helemaal gelezen, Oek de Jong is niet op mijn middelbare school geweest. Maar ik las ook net als en vrijwel alle andere kinderen in mijn klas Het bittere kruid van Marga Minco en Oeroeg van Hella Haase. Twee boekenlijst klassiekers.

Terwijl ik deze column voorbereidde stond er een peiling op de website van Trouw over de verplichte boekenlijst voor middelbare scholieren.

De vraag luidde:

Heeft de verplichte boekenlijst u gestimuleerd tot lezen of juist niet?

Je kon kiezen uit drie antwoorden.

❍ Ja, want daarvoor las ik nooit.

❍ Nee, het heeft mijn leeslust verpest.

❍ Als er meer lichte kost op had gestaan was het me minder zwaar gevallen.

De peiling haakte aan bij een artikel in Trouw over het lezen van boeken door middelbare scholieren. Wat blijkt, Het bittere kruid en Oeroeg zijn nog steeds populair want ze zijn zo lekker dun. Tegenwoordig heet dat de literaire slanke lijn. Maar de roep om stripboeken te mogen lezen voor de lijst of ‘lichte kost’ zoals een literaire thriller van Simone van der Vlugt klinkt op middelbare scholen steeds luider.

Enige relativering is op zijn plaats, rumoer rond de boekenlijst is van alle tijden. Een docent vertelt in dat artikel dat op de katholieke school waar hij zat een hevige discussie woedde over of de boeken van Jan Wolkers wel of niet op de lijst mochten.
Rumoer blijft, de leerling die graag leest, die blijft ook. De boekenwurm.

In zijn essay Wat alleen de roman kan zeggen staat de anekdote met de aardige maar luie knaap niet, maar Oek de Jong gaat wel kort in op de jeugd. Het concentratievermogen van jongeren is afgenomen schrijft hij en ze lijken een constante behoefte aan vermaak te hebben. Hoe dan ook zal de roman overleven want dat heeft het altijd gedaan. Er blijven altijd kinderen die verslingerd raken aan lezen en dan lezen ze zoals zulke kinderen altijd gelezen hebben, het ene boek na het andere. Het lezende kind is een type. Het is gevoelig, begiftigd met de nodige verbeeldingskracht en geneigd zich van tijd tot tijd terug te trekken.

Ons kind is negen maanden en lid van de bibliotheek. Dat laatste werd ons zeer makkelijk gemaakt want je ontvangt automatisch zoveel maanden na geboorte een brief. We hebben nu een boekje geleend dat Okkie Octopus heet en het is van plastic dus het mag mee in bad. Ik zou u graag iets anders zeggen maar hij kijkt naar die hele Okkie niet om. De laptop echter is een magneet en hij slaat en ramt op de toetsen in de hoop dat er allemaal leuke dingen gebeuren. Negen maanden, ik kan u nog niet zeggen of ik een leeskind heb. Ik hoop het, ik was er zelf een. Maar wat gebeurt er als je als ouders je hoop teveel op je kind manifesteert…juist dan wordt het met dat lezen helemaal niks. Kortom, ik ga het wel zien. Voor zijn leeslijst later staan bij mij hele mooie boeken van Oek de Jong in de boekenkast voor Het bittere kruid moet hij naar de bieb.

Esther Didden, 7 november 2014

 

 

 

Reacties zijn gesloten.