Vier gedichten, Dirk Kroon

 

Ontkenning

Ik had een wereld kunnen winnen
maar ik wilde niet.

Ik had de ogen kunnen sluiten
maar ik kon het niet.

Ik had gelukkig kunnen worden
maar ik werd het niet.

Ik had ook kunnen zwijgen
maar dat wist ik niet.

Ik had dit kunnen schrijven
maar ik deed het niet.

 

Metamorfose

Ik was een droomloos kind
dat luisterde naar wat de wereld was.

Ik werd een oude man
die weggaf wat de wereld was.

Ik was een wezen zonder leeftijd
dat meeging met de vogels.

Ik werd bij hen een schepsel Gods
met menselijke trekken.

 

Constatering

Ja, het zou ‘groots en meeslepend’
en tot slot moest je het doen met
‘een boek en een glas wijn’ –
het is er nooit van gekomen.

Weet je, een gooi naar het grote
zat er gewoonweg niet in,
je kijkt naar wat klein was
en je eindigt met niets.

Je zoekt almaar in verten
de talloze vogels en vlinders
die je toch moeten verlossen.

Op zeker moment, bij een goed glas,
stel je vol weerzin vast
dat alles anders had moeten gaan.

 

Keerpunt

De jaren, ja, de jaren
waarin wij meenden te leven,
ze bloeiden meedogenloos leeg,
lieten niets na, bleken vergeefs
bij het volle besef van een later.

Later dat maar niet aanbrak
als wij ons herinnerden
hoe een immens geliefde
zei dat het zo goed was.

Het daar en dan vertaalt zich
nooit meer in het hier en nu.

Dit bericht is geplaatst in Poëzie. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.