Ventieltjes, proza om het gemoed te luchten, door Ruud Minnee

LOT

Hij had het zo graag gewild; een rijk en bourgondisch leven vol weelde, aanzien en mooie spullen. Zijn ambities waren echter blijven steken in een Vinex-wijk en een saaie kantoorbaan. Maar door eindeloze meditaties, trainingen en een lieve vriendin die allesbehalve materialistisch was, lukte het hem zijn grootste vijand te verslaan, zijn ego. Hij keek tevreden naar zijn kleine achtertuin, die nu groot genoeg leek. Niets is niet alles maar alles is ook niets, mijmerde hij, toen de telefoon ging. Het was een dame van de staatsloterij, ze zei hem dat hij maar beter even kon gaan zitten…

VERGELEN

Het is 2086 en Nederland is veranderd in één groot openluchtmuseum; eigendom van de Volksrepubliek China. De oorspronkelijke bewoners van het lage land fungeren hierbij als figuranten in hun eigen decor; dragen de oorspronkelijke klederdrachten, doen op gezette tijden klompendansjes, maken kaas en kaken haring. Het kikkerlandje trekt jaarlijks meer dan zestig miljoen welvarende Chinezen, dat is overigens nog geen vijf procent van de totale bevolking van 1,380 miljard. Er was dus geen houden meer aan. Nederland moest wel van de nood een deugd maken, of zoals een Chinese wijsheid luidt; ‘Het is de tegenwind, die de vlieger doet stijgen’

VOORUITGANG

‘Maandag 23 december 2122 – 08.12’, verschijnt er in de I-iris van Johan. Zijn Electro-pak ondersteunt hem in alles, maar kan de felle gewrichtspijn niet wegnemen. Hij drukt op zijn painkiller-button, waardoor zijn grootste kwelgeest enigszins terugdeinst, dan zoeft hij via de stijgstang naar boven in een van de zes monumentale windmolens die Nederland nog rijk is. De restauratie is nu bijna rond. Het is druk in de lucht; de fly-cars hebben het fileprobleem verplaatst naar boven. De dag moet nog beginnen en Johan is al moe. Hij denkt aan zijn vader, die al op zijn 74e met pensioen ging.

Dit bericht is geplaatst in Geen categorie en getagd, , . Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.