Een ‘antwoordgedicht’ van Joost Zwagerman voor Rogi Wieg

Joost Zwagerman beantwoordde 20 juni 2015 een e-mail van een aantal medevrienden van Rogi Wieg, waaruit ik vrij citeer: ‘Zijn aangekondigde dood is intens droevig, maar misschien past het om, afgaand op de ene procent hoop tot overleven die Rogi zelf nog heeft, alles in te zetten op die ene procent, en hem ervan te doordringen dat wij ons richten op die ene procent. (…) Als op dit moment niet alles is verloren, heeft het zin om bij voortduring van alles te zeggen tegen en te schrijven aan Rogi. ( … ) Iedereen die Rogi Wieg kent, weet dat hij als man van de vorm, gevoelig is voor tekenen van leven die niet in mailvorm maar in andere vormen zijn gegoten: een (korte) tekst, een gedicht. Ik weet: het boek-voor-Rogi (De kleine schepper) is er reeds, maar dat hoeft niet te betekenen dat we met dat boek alles over en vooral tegen hem hebben gezegd.’ Het gedicht ‘God, de zijne’ wordt met Zwagermans toestemming hieronder gepubliceerd.

Franc Knipscheer, 23 juni 2015

 

GOD, DE ZIJNE

Toch is God hooguit een
vage kennis. Hij is niet eens
een verre facebookvriend.
Mijn vriend de nog-niet-dode
dichter Rogi kent Hem beter.
Worstelende intimi, die twee.
Mijn vriend de nog-niet-dode
dichter Rogi schreef dat God in
de Hel aan de wereld heeft
gewerkt. Rogi zegt, de hel
is in alles neergelegd. Mijn vriend
is nog niet dood, al wil hij wel.
En niet. Of wel. Ik word verhoord,
monddode kroongetuige. Door-
heen het sprakeloos verwarde
nee probeert een ik heel dun
of het nog tijdig kan gezegd.
In herhaling wat mijn nog-niet-
dode vriend over het helse
van de goede niet-zo-goede God
beweerde. Ik probeer, mijn
vriend hij gaat niet dood. Rogi
komt in een gedicht terecht.

Joost Zwagerman, Haarlem, 20 juni 2015

Dit bericht is geplaatst in Poëzie en getagd, , , , . Bookmark de permalink.

1 Reactie op Een ‘antwoordgedicht’ van Joost Zwagerman voor Rogi Wieg

  1. Pingback: Joost Zwagerman | Uitgeverij In de Knipscheer