De man die naar Engeland wilde lopen had er beter aan gedaan de trein of het vliegtuig te nemen. Wat bezielde de goede man? Het was tot dan toe slechts één persoon in de geschiedenis van de mensheid gelukt, over water te lopen. En zelfs daar bestaan gerede twijfels over…
Ik had de man niet ingeschat als een type die zo vermetel is dat hij tot zoiets grotesks in staat is. Nietsvermoedend lag ik te zonnen op het strand, waarbij ik via een strak schema probeerde ieder stukje blanke huid van mijn lichaam te bruinen. Ik was topless, droeg slechts een minuscuul bikinibroekje. Op het moment dat ik me oprichtte uit mijn gerieflijke doezelpositie, teneinde mezelf voor de tweede keer die middag in te smeren met zonnebrandcrème, zag ik hem gaan. Met kleine pasjes kwam hij vanaf de Boulevard de Ruyter naderbij gebanjerd. Hij viel me op vanwege de levenslust die volledig leek te ontbreken in zijn werktuiglijke motoriek. Op het strand aangekomen gooide hij zijn lange badjas af. Er verscheen een potsierlijk zwart badpak: zo’n kolderiek dingetje uit de jaren twintig van de vorige eeuw. Op dat moment was ik in staat in lachen uit te barsten. Dat deed ik echter niet, ik had het gevoel dat iets er iets dramatisch stond te gebeuren. Ik kreeg gelijk.
De man trok zich niets aan van de andere badgasten, die zichtbaar plezier beleefden aan zijn badpak, en liep stoïcijns het water in, in een rechte lijn en in een gelijkmatig tempo. Wat is hij toch van plan, schoot er door mijn hoofd. Aandachtig volgden mijn ogen het achterhoofd van de rare kwibus, dat steeds verder in de Noordzee verdween, tot het helemaal aan het zicht onttrokken was. Ik raakte in paniek. Was de man bezig een punt achter zijn leven te zetten? Ik was niet de enige die zich zorgen maakte.
Twee meisjes aan het strand –twee met een Vlaamse tongval – hadden de strandwacht reeds gewaarschuwd. Even later zag ik dat de ongelukkige uit het water werd gehaald en op een reddingsbootje werd gehesen. Dat beeld bracht beweging in mijn buik, de oesters van de vorige avond maakten zich op om terug naar buiten te komen. Gelukkig wist ik ze juist nog binnen te houden. Wat had deze man bezield? Had hij een concrete reden? Vrouw weg, baan verloren, kind overleden, bankroet? Of was hij simpelweg behept met een depressieve natuur… Vragen die aan je knagen wanneer je zo’n gebeurtenis van dichtbij meemaakt.
Een paar dagen later vernam ik via mijn ochtendblad dat de man zijn drieste daad ternauwernood had overleefd. Godzijdank. Tegen de politie schijnt hij, toen hij weer goed en wel bij zijn positieven was gekomen, droogjes verklaard te hebben: ‘Ik wilde naar Engeland lopen’. Een opmerking die nogal wat hilariteit veroorzaakte in het Nederlandse medialandschap. ’De man die naar Engeland wilde lopen’ was even een dankbaar onderwerp in sketch- en cabaretprogramma’s op tv.
Natuurlijk, ik kon er de humor best van inzien. Maar ik besefte tegelijkertijd dat er een drama school in dit op het oog ironische voorval, dat gelukkig een goed einde had gekregen. Als de man geslaagd was in zijn opzet zou hij nooit in Engeland zijn aangekomen. Dan was hij nu nog slechts een herinnering voor de mensen die hem ooit liefhadden. Als die er überhaupt ooit geweest zijn…
Hoewel ik eigenlijk niet gelovig ben, heb ik op dit moment de behoefte een ogenblik in mezelf te keren en te bidden. Om op die manier stil te staan bij al die vreemde snuiters die aan de zijlijn staan. Die zich niet op een ordentelijke manier kunnen inbedden in de maatschappelijke structuren. Die een schampere lach opwekken, vermengd met een traan.